Fotoalbum |
De Grundig
historie, door Bernard Terlingen |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
InleidingAllereerst wil ik mij voorstellen: Bernard Terlingen thans woonachtig te Westervoort en geboren 20 oktober 1938 in de Valeriusstraat 15 te Amsterdam. Lid van de NVHR sinds 1994. De heer Max Ramali uit Duivendrecht, eveneens NVHR lid en een goede vriend van mij, kwam met een geweldig leuk idee om een stuk over de historie van Grundig te schrijven en dan met name over Grundig Nederland. "Waarschijnlijk", zo zei hij tegen mij, "is er vrijwel niets over bekend". En aangezien ik 8 jaar bij Grundig Nederland Handelmaatschappij J.N.J. Sieverding op de Technische Dienst radiotoestellen en bandrecorders gerepareerd heb, vroeg hij of ik mijn ervaringen en kennis op schrift wilde zetten. Vanaf het moment dat ik daar op zaterdag 1 september 1956 begon was ik helemaal weg van de prachtige Grundig toestellen met hun goudkleurige chassis en hun prachtige kasten, en bovenal het schitterende geluid! Bij deze wil ik ook de heer Ramali bedanken voor de moeite om alles op de computer te bewerken voor plaatsing op internet en eventuele plaatsing in het verenigingsblad van de radioclub.
Aansluitend wil ik ook mede NVHR lid en Grundig bandrecorderverzamelaar Alard Roose uit Zevenaar bedanken voor de gegevens over de vroegste geschiedenis van Grundig Duitsland, vóórdat Max Grundig in 1945 zijn transformatorfabriek begon. Aangezien mijn kennis begint bij 1945, is dankzij de heer Roose de geschiedenis van Grundig Duitsland nu vrijwel kompleet. Westervoort, 25 maart 2005 Grundig Duitsland, zie ook Rundfunk Museum Stadt Fürth Allereerst wil ik vertellen over wat ik zo in de loop der jaren aan de weet ben gekomen over Grundig Duitsland.
Max Grundig (7 mei 1908 - 12 augustus 1989) is geboren in de Denisstraat 3 te Nürnberg in het stadsdeel Gostenhof als eerste kind van de 29-jarige Emil Grundig en zijn 27-jarige vrouw Marie Grundig-Hebeisen. Zijn naam Max kreeg hij bij de geboorte. Hij had nog 3 zusters. Zijn vader stierf al vroeg, in 1920. In april 1922 begon hij als leerling bij de firma Jean Hilpert (installatietechniek, gas en water). Reeds in 1924 begon de interesse voor radio's. In 1927 werd installatiebedrijf C. Blödel overgenomen, en werd hij filiaalchef in dit bedrijf dat gevestigd was in Nürnberg. Deze vestiging had een grote order aan kunnen nemen voor de bouw van een ziekenhuis in Fürth. Naast de 60 Mark loon kreeg hij 3% provisie van alles wat verkocht werd. In 1930 werd de winkel overgedaan aan iemand uit Thüringen, iets wat Max niet erg op prijs stelde. Niet lang daarna nam hij ontslag en besloot van zijn spaargeld en geleend geld zelf een winkel te beginnen in de Sternstraße 4. Hier begint voor de 27- jarige Max eigenlijk het kleine imperium wat later zou uitgroeien tot de Grundig-Werke in Fürth. In de Nordbayerischen Zeitung van 20 en 22 november en 5 december 1930 was de volgende advertentie te lezen: "Rundfunk-Geräte, Lautsprecher und Schallplatten, Lumophon, die Weltmarke, kaufen sie am besten und zu billigsten preisen bei der Firma Radio Vertrieb Fürth, Sternstraße 4. Besichtigen sie unsere reichhaltige Ausstellung kostenlos und unverbindlich wird ihnen jedes Funkgeräte und Lautsprecher vorgefuhrt." In 1934 verhuisde de winkel naar de Schwabacherstraat 1. Deze winkel werd geopend op 21 juni 1934. Hier werd hij in vier jaar miljonair. In deze tijd werden de eerste wikkelmachines voor transformatoren gekocht en in bedrijf genomen. Er ging vrij geregeld nog wel iets kapot, dit omdat Fürth toen gelijkstroom had en Nürnberg wisselstroom. Met de wikkelmachines werd er dan een nieuwe trafo gemaakt. Om zijn klanten nog beter van dienst te zijn werd een DKW bestelauto gekocht. In 1936 verhuisde hij met zijn moeder en zuster Wilhelmine naar de Amalienstraat 55. In 1938 leerde hij zijn vrouw Anneliese kennen en op 3 december 1938 zijn ze getrouwd. In 1938 produceerde de firma al 30.000 kleine transformatoren. Op 3 december verhuisde het gezin naar de Moststraat 17. Hier bleven zij 14 jaar wonen. In 1939 stond hij samen met een collega aan de top van zijn bedrijf. In de jaren 1940-1945 werden hoofdzakelijk trafo's gemaakt. Van 1941 tot 1943 combineerde hij het soldaat zijn, hij was gelegerd in Nürnberg, met zijn bedrijf. In 1943 verhuisde het bedrijf naar Vach. Hier werden dagelijks 200 kapotte trafo's opnieuw gewikkeld. In Vach stonden in 1944 100 wikkelmachines voor het maken van trafo's. In dit jaar werden 50.000 trafo's gemaakt. Grote opdrachten van Siemens en AEG werden in dank aanvaard. AEG wilde zelfs 10.000 trafo's per dag hebben, en zodoende werden 150 Russische vrouwen aan werk geholpen. Zij woonden ook bij het bedrijf en alles werd door Max geregeld. Op 17 april 1945 was de oorlog voorbij en werd de productie door de Amerikanen stil gelegd. Daar stond hij, 37 jaar, een ondernemer met 150 mensen in dienst en een vermogen van 17,5 miljoen tegen een hoop materiaal aan te kijken, waar hij niets mee mocht doen. Op 18 mei 1945 werd weer geleidelijk met werken begonnen. De gehele produktie verhuisde naar de Schwabacherstraat 1. De grote schulden die AEG en Siemens bij hem hadden werden betaald met materialen, en zo kon hij weer gaan produceren.
In juni verhuisde de fabriek naar de Jakobinenstraat 24 in Fürth. Voorlopig werden eerst de kapotte radio's weer spelend gemaakt. Betaald werd met sigaretten en alles wat voorhanden was. In 1946 werden 391 "Heinzelmänner" radio's gemaakt. Prijs was toen tussen de 176 en 198 Rijksmark. Op 19 maart 1946 werd een stuk grond aan de Kurgartenstraße toegewezen. Op 17 september 1947 kon de nieuwe fabriek worden geopend. De RVF Elektrotechnische Fabrik werd op 7 juli 1948 de Grundig Radiowerk Gmbh. Op 16 mei 1951 werd de Lumophon-Werke overgenomen. Op 27 september werd de televisie ten doop gehouden. Op 22 februari 1970 werd de familiestichting aangemeld onder de naam "Max Grundig Familienstiftung". Tot zover met dank aan Alard Roose voor zijn research. Iets heel belangrijks moet nog verteld worden. De dwangarbeiders die hem door de Wehrmacht werden toegewezen, werden door hem als volwaardige medewerkers behandeld. Salaris, warme slaapplaatsen en goede voeding en voor zover de omstandigheden het mogelijk maakte, zoveel mogelijk comfort. Ook was er bij Max Grundig een goede werksfeer. Als gevolg hiervan heeft Grundig ook na de oorlog zijn productie normaal voort kunnen zetten. Waarschijnlijk zijn er ook nog mensen van uit de oorlog vrijwillig bij hem in dienst gebleven. Alle lof dus voor Max Grundig, op de eerste plaats een goed mens! De reden voor Max Grundig om radiotoestellen te gaan bouwen was zijn enorme interesse voor de radiotechniek. En een belangrijk gegeven was dat hijzelf door zijn grote ervaring de transformatoren en spoelen kon maken. Ook ging zijn interesse uit naar de toonbandtechniek, die al in 1942 door Telefunken werd ontworpen en toegepast. Eind 1946 vond de grote presentatie van de toonband techniek door Telefunken plaats in de Alte Philharmonie in Berlijn. Op 22 en 24 maart 1942 speelde Dr Wilhelm Fuhlwängler bij die gelegenheid Beethoven's 9e Symphonie. Voor het eerst was het mogelijk, terwijl het publiek in de zaal zat te luisteren, gelijktijdig de uitvoering op de band vast te leggen. Voorheen moest, wanneer er platen werden gesneden, iedere 3 minuten worden gestopt om een nieuwe snijplaat op te leggen. Vanzelfsprekend was zo een uitvoering dan alleen mogelijk in een lege zaal. Even nog iets over die legendarische Alte Philharmonie in Berlijn. Deze werd in 1888, gelijk met ons Concertgebouw en met de Weense
Philharmonie opgeleverd. Drie zuster gebouwen dus. Op 12 januari 1944 gaf Fuhlwängler, zonder het te weten, zijn laatste concert in de Alte Philharmonie. Het was Beethoven's vioolconcert met Ehrig Rhon als solist. In de nacht van 29 op 30 januari 1944 werd tijdens een Engels bombardement het prachtige gebouw door bommen getroffen en het brandde geheel uit. Een groot cultureel verlies. Nu weer terug naar Grundig. Na 1942 zijn zeer veel opnamen door Telefunken in de Alte Philharmonie gemaakt. De Reichspost legde lijnen naar de studio in de Mazuren Allee alwaar de grote bandrecorders stonden. Na de oorlog gebeurde er iets dat Max Grundig tot één van de grootste en beste bandrecorderproducenten van de wereld zou maken. Toen de Russische bezetting van het oosten van Duitsland vastere vormen aan ging nemen en het reizen van Oost naar West moeilijker werd, besloot een deel van de Telefunken ingenieurs naar het westelijk deel van Duitsland te gaan en een deel besloot in het oosten te blijven. De Telefunken fabrieken in het oosten werden door de Russen omgedoopt in R.F.T. en produceerden daar verder. De naar het westen gevluchte groep verdeelde zich in twee groepen, één groep begon in het westen van Berlijn en Ulm. Hier werden overwegend de oudere buizentypen gemaakt, en in Berlijn werden nieuwe buizen ontwikkeld, waaronder de EL84. In Hannover werden andere onderdelen, radiotoestellen en bandrecorders geproduceerd. De tweede groep sloot zich aan bij Max Grundig en begon samen met hem bandrecorders en radiotoestellen te bouwen. Dit was een groot geluk voor Max Grundig, hiermee kreeg zijn bedrijf de bandrecorderkennis zo in de schoot geworpen. Enkele toestellen zal ik hier noemen: Allereerst de Grundig 406 W met als buizenbezetting AZ1, EBL1, 2x ECH4 en EM4. Twee van deze toestellen zijn in mijn bezit. Dan ontstonden de prachtige bandrecorders 500L en de 700L. Beide machines met studioprecisie en dit alles in de periode 1947-1949, terwijl Duitsland geheel in puin lag!
De radiotoestellen 380W (DM 380) en de 495W (DM 495) en de meubelversie van de 495 de 7007W. De 495 en de 7007 hadden elk 2 grote luidsprekers en de EL12 in de eindtrap, goed voor 9,5 Watt sinus! Nog enkele radio's en bandrecorders wil ik hier benoemen en wel de radio's 4010 en de 5010 (balans met EL12). De 5010 en de meubels 8010 en 9010 zijn de mooiste en beste toestellen die ooit door Grundig zijn ontworpen en gebouwd. Deze staken door hun techniek en prestaties hemelhoog boven alle andere merken uit. Dan de daarbij behorende inbouwrecorders TM819 en TM820. De TK5 was een kleine zeer populaire machine met de grote Papst motor. De TK819, TK820 en TK920 bezitten alle, evenals de TM serie, een automatische omkeer mogelijkheid en een grote precisie. Later de radiotoestellen 3055, 4055, 3033, 3035 en de zeer populaire 2043W-3D, een eenvoudige middenklasser maar wel met 3 middenfrequent trappen, en de 5050 W (balans met EL84) de 5050-3D (eveneens balans EL84). Alleen de belangrijkste apparaten zijn hier genoemd. Nog vele, vele andere prachtige toestellen zijn door Grundig gebouwd. In de periode 1957-1959 kwam Grundig met een geheel nieuwe serie bandrecorders. De TK20, TK30, TK35, TK54, TK60 (volstereo / halfspoor), TM20 en de TM60 (beiden inbouw), allen in blauwe koffers en goudkleurig beslag. Doch in die jaren groeide de vraag naar Grundig bandrecorders zo explosief, dat men uit de fabriek in Fürth dreigde te groeien. Max Grundig opende in 1959 in Bayreuth (de Wagner stad) een enorme fabriek waar 1350 bandrecorders per dag geproduceerd werden! Hier werden de hierboven genoemde machines verder gebouwd na de verhuizing vanuit Fürth. Daar had men nu weer ruimte om de explosieve groei van radio- en televisietoestellen op te vangen. De in Bayreuth gebouwde bandrecorders waren grijs van kleur met zilverachtig beslag. Opvallend was de naar boven licht afwijkende snelheid. Een duidelijk verschil met de in Fürth geproduceerde bandrecorders. In de nieuwe fabriek in Bayreuth werkte ca. 1300 werknemers.
De afwijkende snelheid heb ik geconstateerd bij de recorders TK30, TK35, TM60 en TK60. Allen in de grijze koffer en in Bayreuth geproduceerd. Later bij het ontstaan van de "40" serie was deze afwijking verdwenen. Dit waren prachtige, technisch volmaakte machines. De TK40 met 4 sporen, TK41 met 2 x 1/2 spoor + balans eindtrap met ELL80, de stereo 1/4 spoor TK45 en TK46, en de halfspoor TK47 stereo. Deze laatste types hadden ongekende mogelijkheden door de 3 koppen: afluistercontrole (monauraal), afluisteren van het andere spoor terwijl het ene wordt opgenomen, opnemen van spoor 1 naar spoor 2 vice versa. En dit alles met studiokwaliteit! Het grote wonder van de "40 " serie is de dikke toonas die is toegepast, deze is op zich jank gevoeliger dan een dunne toonas. Maar de door Grundig ontworpen motoren en tussenwiel aandrijving is zo goed dat er totaal geen jank optreed en men deze machines zo in een radiostudio kon plaatsen en dan geen verschil hoort met de studio apparatuur. Zeer betrouwbaar met slechts 1 kleine snaar die bovendien gemakkelijk is te vervangen wanneer nodig. Van de TK41 moet nog vermeld worden dat deze bijzonder geschikt is voor cursus/klaslokalen vanwege zijn sterke 6 Watt eindtrap met ELL80 balans. De fabriek adviseert dan ook op deze machine een grote Grundig luidsprekerkast aan te sluiten. In Fürth ontstonden in 1956-1957 de z.g. Zauberklang toestellen
zoals de 2050, 2068, 2070, 3020, de 3025 met een moderne lichte kast,
3028, 3060, 3068, 5060 en de 5080 als kroonjuweel, met EL84 balans en 3
grote luidsprekers, 3 middenfrequent trappen en luskoppeling voor FM.
De 3060, 3068, 5060 en 5080 hadden een 5-voudige LF toonregeling
met een eigen versterkerlamp. Daarvoor voorgaande types een 4-voudige
regeling vanuit de tegenkoppelwikkeling op de uitgangstrafo naar de
onderkant van de potmeter. Dit systeem met afgestemde kringen welke regelbaar waren resp. ontkoppeling kathode, anode vrij en omgekeerd was een eigen ontwerp van de laboratoria van Grundig in Fürth. Als enige had de TK830 recorder een 3-voudige toonregeling op heel ingenieuze wijze samengesteld uit weerstanden, condensatoren en potmeters. Dan was er nog de zeer populaire kleine houten radio 90U, half universeel. Het is een zeer bijzondere ervaring om Grundig toestellen te
repareren, omdat vooral de ouder types in de LF versterker een overeenstemming
vertonen met de vooroorlogse Telefunken toestellen. Dezelfde s.t.k. vindt men in de Grundig 2033 en 2035, de toestellen met de grote toonregelschijven links en rechts van de toetsen. Het enige verschil is dat Grundig een aparte wikkeling (bruin-wit) hiervoor op de uitgangstrafo heeft gelegd. Dit is veiliger omdat deze wikkeling dan geen gelijkspanning voert wat bij Telefunken wel het geval is. Bij de latere toestellen van Grundig en Telefunken verhuisde de s.t.k. naar de onderkant van de volumeregelaar (afgesloten met 500 Ohm) en de secundaire van de uitgang met op deze situatie aangepaste R en C waarden. In de jaren 1960 en 1961 kwamen de eerste stereo toestellen op de markt, een veelvoud van types: 4016, 4017, 4019 alle met EL95 balans eindtrap welke door Grundig op vernuftige wijze werd omgeschakeld naar stereo met 3 uitgangen, 2x midden/hoog, 1x balans midden/laag met als resultaat een werkelijk prachtig geluid. Wanneer de knop "stereo", ook bij mono gebruik ingedrukt werd, ging het midden/hoog naar de zijluidsprekers en de balansuitgang gaf dan midden/laag. Als fasedraaier werd op stereo dan de triode van de EM84 gebruikt en op mono de helft van de ECC83. Daar was dan ook nog de grotere versie met EL84 balans: 5016, 5017 en de 5019. Ook mag de zeer grote collectie radiomeubels niet vergeten worden. Voor zover mij bekend is er niet één Duitse radiofabriek geweest die zoveel mono en stereo meubels heeft gemaakt als Grundig, zowel in klassieke als in moderne vormgeving.
Eén stereomeubel, de SO380 uit 1963, sprong er bovenuit. Een grote gepolitoerde kast met daarin een Grundig chassis met 2x ELL80 2x balans en 3x ECC83 1x fasekering + 1x LF + 1x toonregellamp en AM/FM met 3 MF trappen. Ook is er nog een tropenversie van met 5 korte golven! In deze meubels zitten 2 grote ronde Grundig luidsprekers met zeer gevoelige magneten. Wanneer dit toestel op vol volume gezet werd, kon men er een groot plein mee bespelen! Lang niet alles wat Grundig gemaakt heeft is hier te beschrijven. Ten eerste is daarvoor het assortiment te talrijk en ten tweede heeft de Handelmaatschappij J.N.J. Sieverding van het gehele programma in de 8 jaar dat ik daar werkzaam was, slechts circa 60% geïmporteerd. Heden ten dage kom ik nog regelmatig toestellen tegen die ik nooit eerder van Grundig heb gezien. Ook moeten nog de stereo tuners 6199, 5399 en de prachtige stereo tafelradio 5490 worden genoemd. Alle met 2x ELL80 2x balans en 3 MF trappen. De laatste bruine toestellen, de Stereomeisters, met ECC85 in de FM met als bouwjaar 1966 en tenslotte in 1967 transistortuners met voorkeuze toetsen. Daarna heeft men nog een groot programma met transistortoestellen en meubels op de markt gebracht, maar doordat ik er toen niet meer werkzaam was, is mij dáár weinig over bekend. Tot slot nog een apart hoofdstuk over de prachtige batterijtoestellen met "D" buizen. De "Micky Boy", de "Boy Drücktaster" met
oplaadbare Deac gloeistroom accucel, de "Teddy Boy" transistor
met 2x OC74 in de eindtrap, verder geheel buizen. En het grote Grundig
wonder de "UKW Concert Boy" met 3 MF trappen en een
omschakelbare eindtrap op batterijen met DL96 en op het net EL95! In de 60-er jaren wilde Grundig de buizenfabriek van Gerhard Lorenz overnemen, daar deze geen opvolger had. Doch helaas heeft het Duitse Kartelamt dit verhinderd, daar deze vonden dat Grundig te groot zou worden. Later is Lorenz door Standard Electric Bell overgenomen en verdwenen. Dat was heel jammer want Lorenz, de buizen met de ovale goudkleurige opdruk, was één van de beste buizenfabrieken. Tenslotte het laatste stuk levensgeschiedenis van deze prachtige fabrikant die zo een goede naam had vanwege zijn fraaie toestellen en het mooie geluid. Daar Max Grundig niet wilde dat zijn fabriek door anderen zou worden overgenomen had hij zijn directie de opdracht gegeven 51% van de aandelen (Grundig was beurs genoteerd) in de kluis te houden. Wanneer hij dit niet gedaan had was hij overgenomen door Philips die al 30% van de 49% Grundig aandelen had opgekocht. Philips lag op de loer! Doch kort na het overlijden van Max Grundig in 1989 gaf zijn vrouw opdracht alle aandelen op de markt te gooien. Ze wilde alleen baar geld en het bedrijf dat haar man met men zoveel zorg en interesse had opgebouwd interesseerde haar niet. Grundig was als één van de weinige fabrieken nog een gezond bedrijf dat met winst werkte. Philips nam als de op dat moment grootste aandeelhouder het bedrijf over, roomde de winst af om zijn eigen schulden te betalen en toen Grundig "leeggezogen" was trok het zich terug en liet Grundig vallen. Men balanceerde op de rand van faillissement en zocht een partner om samen mee verder te gaan. Na lang onderhandelen was het Turkse bedrijf Bekou geinteresseerd in overname, doch na een kort samenwerkingsverband trok dat zich terug. Als laatste redmiddel werd de beeldbuizenfabriek in Amerika verkocht, opbrengst ƒ 10.000.000. De schulden van ƒ 7.000.000 werden hiermee betaald. En met de overgebleven ƒ 3.000.000 werden nieuwe tv toestellen ontworpen en de zaak schijnt nu weer te draaien. Ook is er een fabriek in Portugal waar huishoudelijke apparaten als scheerapparaten, koffiezetmachines, radio's etc. worden gemaakt. De originele fabriek is van Fürth naar Wenen verhuisd en draait daar weer. Vooral veel nieuwe zaken op tv gebied worden daar door Grundig ontwikkeld en gebouwd. In de grote fabriek in Bayreuth werden nog videorecorders gebouwd. Doch deze is om de schulden af te betalen ook weer verkocht. Grundig NederlandImporteur: Handelmaatschappij J.N.J. Sieverding N.V. Als jongen van 9 jaar ging mijn interesse al uit naar elektrotechniek, dit tot grote ergernis van mijn vader daar er door mij regelmatig kortsluiting werd gemaakt. Of zoveel lampen op het stopcontact werden aangesloten dat dit heet werd. Toen mijn vader en moeder in 1936 trouwden, bracht mijn vader een houten Telefunken Bayreuth in. Mijn ouders hielden, evenals ik, uitsluitend van klassieke muziek. Iedere avond en op woensdag en zaterdagmiddag (mijn vader was leraar en zodoende op die middagen vrij), werden er klassieke 78-toeren platen gedraaid van Beethoven, Schubert, Brahms, Brückner etc. Ik zat in de hoek van de kamer met ingehouden adem naar al die mooie muziek te luisteren. Het prachtige geluid en de volle zware mooie bas van de Telefunken Bayreuth ben ik tot op heden nog niet vergeten.
Vanzelfsprekend dat de weg naar de radiotechniek voor mij open lag. Mijn vader kreeg van een collega leraar een defecte Philips 730A cadeau toen hij vertelde dat ik in de radiotechniek en in klassieke muziek was geïnteresseerd. Als 9-jarige lukte het mij om de "730" weer aan het spelen te krijgen tot grote verbazing van mijn ouders en zeker tot verbazing van mijzelf. Naderhand werden radio's van de buren door mij gerepareerd en versterkers op houten plankjes met E443H, E428 en AL4 gebouwd. Later gebruikte ik de bekende Amroh chassis'. Na de lagere school ging ik naar de radioschool in de Sarphatistraat 2. Na een 4 jarige opleiding heb ik toen een 1/2 jaar bij een kruidenier gewerkt in afwachting van een goede baan. In mijn vrije tijd en 's avonds repareerde ik radio's en grammofoons voor mensen uit de buurt. Onderwijl deed ik de avond MULO. In 1951 verhuisden we naar de Okeghemstraat 25 in dezelfde buurt. Daar wij het niet breed hadden, gaf mijn vader 's avonds les in Engels aan mensen die wilden emigreren. Toen gebeurde er iets wat de grote interesse en liefhebberij voor Grundig zou worden. Een oud-leerling van het Ignatius College van de Hobbemastraat waar mijn vader les gaf, moest worden bijgeschoold in o.m. technisch Engels. Een zekere Bijersbergen van Henegouwen werkte als boekhouder bij Sieverding aan de Koningslaan en zou door de directie in samenwerking met Max Grundig worden uitgezonden om in Amerika contacten te leggen en het mogelijk te maken voor Grundig om daar beeldbuizen te gaan fabriceren. En later televisietoestellen en bandrecorders. Vanzelfsprekend vertelde de heer Van Henegouwen dit aan mijn vader en deze zei: "Mijn zoon zoekt een baan in de radio, hebben jullie geen plaats voor hem?" Die plaats was er en mijn ledige stoel en werkbank stonden op de Koningslaan 36. Op zaterdag 1 september 1956, ik was 17 jaar, begon ik daar bij de Technische Dienst. In mijn zondagse pak, pofbroek met riempjes, vervoegde ik mij daar. De heer Beerling van de showroom leidde mij rond en ik hoorde Beethoven's 9e Symphonie uit de luidspreker van een in de showroom staande 9080 klinken, de meubelversie van de 5080. Ik mocht van de heer Beerling aan de 5-voudige toonregeling draaien en ik stamelde: "zoiets moois heb ik nog nooit gehoord". Ik werd overal rondgeleid; boekhouding, archief, keuken en de directiekamer. Ik werd voorgesteld aan de heer Agenant: technisch directeur, de heer Lagee: commercieel directeur, de heer Van de Tulder: hoofd verkoop en de heer De Capio: ontwikkeling bijzondere apparaten. Toen, tenslotte de Technische Dienst. De heer Nieuwenhuis: chef, de heer Loos: adjunkt-chef, de heer Broekhof: meubelmaker, de heren Verboon en Kroes: bandrecorder technici, de heer Van den Berg: radiotechniek en de jongste bediende waarvan ik helaas de naam niet meer weet.
Aan de heer Sieverding werd ik nìet voorgesteld. Deze bemoeide zich NOOIT met het lagere personeel. In al die jaren heb ik nooit een woord met hem gesproken. Zelfs zijn voornaam is mij tot op heden onbekend. Op een dag zat een 12-jarige jongen aan een Amroh chassis te solderen. Het toestelletje stond enorm te genereren. Tot opluchting van de collegae hielp ik hem het op te lossen. Zij hadden niet de moed gehad er iets van te zeggen. Het bleek de zoon van Sieverding te zijn! Toen de eerste reparatie, een Grundig 3028 waarvan de trafo
rammelde. Ik pakte een dopsleutel van de bank, en draaide de moer van
de kern vast. Het rammelen was weg en mijn 1e reparatie bij Grundig
was gedaan. Verschillende toestellen stonden open, zonder achterschot en ik
mocht ze allemaal van Vanaf dat moment als jongen van 17 jaar was mijn grote liefhebberij en interesse voor het merk Grundig geboren en is tot heden, ik ben nu 66 jaar, nog net zo sterk aanwezig. Dan iets over het ontstaan van Grundig Nederland: Handelmaatschappij J.N.J. Sieverding NV.
Oorspronkelijk distribueerde de Handelmaatschappij Sieverding de platenwisselaars die werden gebouwd door de heer Joop de Boer. Dit gebeurde vanuit het onderstuk van een pand aan de Leidsegracht nr. 90 in Amsterdam onder de bekende naam "Joboton". In 1947 besloot de heer Sieverding, daar hij veel contacten met radiozaken had via Joboton, om naast de platenwisselaars radiotoestellen van het merk Grundig te gaan importeren uit Duitsland. Enige vroege toestellen, de 2002, de 380 en de 495 werden door hem geïmporteerd en daar de kwaliteit van deze toestellen bijzonder goed was nam de vraag zo explosief toe dat Sieverding besloot het grootste deel van de Grundig collectie te importeren en te distribueren via de bij hem aangesloten radiozaken. Bekende zaken in Amsterdam waren Meyes & Höweler, Breedveld Schroder, Both en Duyvené & Remmers om maar een paar te noemen. In Den Haag was er Caminada , Verseveld van de Gaag en in Leiden Bergen Henegouwen. Familie van de reeds eerder genoemd boekhouder. Later had Sieverding ook twee dochterwinkels "Futura", nl aan de Bilderdijkstraat in Amsterdam en in Bussum. En Radio Ras in Hilversum. Naderhand waren in Nederland enige tientallen en later een groot aantal zaken, bij hem als afnemer aangesloten. Het onderstuk aan de Leidsegracht werd al snel te klein, en het pand Koningslaan 36 werd in 1955 betrokken.
Boven zat de boekhouding en het archief (heer Vd Burg). Boven rechts het onderdelenmagazijn van de heer Rademaker en zijn hulp Tom. Op het bovenste bordes van de trap naar beneden was een bergruimte gemaakt welke van boven met draadglas was afgedekt voor het licht. In deze ruimte werden maskers, ruiten en achterschotten voor de tv toestellen bewaard evenals luidsprekerplanken voor de radio's. Onder de boekhouding was de technische dienst gevestigd. Links onder het magazijn was een kleine keuken voor de koffie om half elf en de thee om drie uur. Rechtsonder het archief was een opslagruimte voor de boekhouding. Deze was door de explosieve verkoop van radio's en bandrecorders enorm gegroeid. Hoofdboekhouder was de heer Meyer. Beneden onder de opslagruimte was de directie vergaderkamer, evenals het hele gebouw in prachtige oude stijl uitgevoerd. Onder de technische dienst was de grote showroom waar de heer Beerling de scepter zwaaide. Helemaal beneden aan de achterkant van het Vondelpark was een ruimte aangebouwd voor de opslag van toestellen en expeditie waar de heer Bergveld het hoofd was en er waren nog twee medewerkers, de heer Kip en de heer Olst. Deze laatste bracht in de regio Amsterdam en in de stad de bestelde radio's, tv's en bandrecorders rond in een blauwe Opel Blitz met daarop een grote vierkante koffer waarop in goudbeslag het Grundig embleem en klaver stonden afgebeeld. Het was ook een bijzonder gezicht om de heer Sieverding 's morgens om 10.00 uur in zijn grote zwarte Cadillac te zien voorrijden voor ons gebouw. In het oostelijk havengebied in Loods "Nico" bevond zich de grote opslag van Grundig. Daar kwamen de apparaten met de trein aan uit Fürth en werden daar in de z.g. "Niemandsland" Douane zone opgeslagen, zodat men alleen voor de af te halen toestellen invoerrechten hoefde te betalen. Dit waren dus verhoudingsgewijs kleine bedragen en daardoor bleven de kosten laag en waar men over betalen moest was besteld en dus verkocht. Dus dat geld kwam meteen terug. Heel ingenieus bedacht door de directie. (Dit systeem werd vrij algemeen toegepast door bedrijven. Zo waren er meerdere van dit soort "Entrepôt dokken") Intraka Expeditie verzorgde de distributie van Grundig toestellen door geheel Nederland. De tv reparaties werden verricht in Diemen, waar drie garages waren gehuurd waar de heren Bakker, De Jong en Cox TV toestellen repareerden zonder scheidingstrafo op een betonnen vloer! Wonderwel zijn er nooit ongelukken gebeurd. In de middagpauze werd er bij de eigenaar in de keuken gegeten en ook mocht zijn toilet worden gebruikt. Eén van de drie garages was in gebruik door de heer Lans, de meubelmaker, welke de kasten van de TV toestellen repareerde. Ook stond daar een zaagmachine. Ik zal nu enige leuke voorvallen vertellen uit mijn periode bij Grundig. Toen ik één week op de technische dienst werkzaam was kreeg de andere jongste bediende, die even voor mij in dienst was gekomen, een radio type 3055 ter reparatie. Des morgens moesten wij kaarten sorteren in lange houten bakken. Van ieder toestel dat in Nederland verkocht was, waren drie garantiekaarten gemaakt:
Hierop stonden naam, adres enz. van de klant en de winkelier vermeld. Daar Sieverding de volledige garantie op zich nam, waren bij de toestellen alleen buizenkaarten aanwezig. De door de winkelier afgescheurde buizenkaarten en het 2e aanhangsel werden door de winkelier opgestuurd, en moesten door de jongste bediende en ik op volgorde in de bakken worden gezet. Iedere winkelier, ca. 200, had een eigen vak waarin dit netjes op volgorde en datum moest worden gezet. BALENWERK!! Terwijl de anderen lekker zaten te repareren, stonden 's ochtends die ellenlange kaartenbakken ons grijnzend toe te lachen. De regel was dat iedereen die op de technische dienst begon, dit 's ochtends tot de middagpauze moest doen. In de middag moesten we dan repareren. En dit gedurende een half jaar! Wat mij wel interesseerde waren de buizenkaarten waarop de drie nummerige code en het merk stond vermeld. Ik citeer enkele dingen de mij bijgebleven zijn en wellicht leuk voor de echte liefhebber. De toen gebruikte buizenkaarten waren van de merken Lorenz, Telefunken en Valvo Actiengeselschaft Stuttgart (Regersburg Sedarstraße 10), Telefunken te Ulm gevestigd aan de Donau Soflingerstraße 100. Twee weken gingen voorbij en de andere jongen was nog steeds niet klaar met de 3055 en ik repareerde 's middags het ene toestel na het andere. Op een gegeven ogenblik ben ik naar die jongen toegegaan en hem gevraagd wat er met het toestel aan de hand was. "Ja, ja, de FM is geloof ik niet goed". Het toestel ruiste te zacht en het ontving op de centrale antenne slechts één Duits station. Ik trok de antenne eruit, draaide de volumeregelaar open en draaide door de FM band om te horen of er gelijkloop van de band van de HF triode van de ECC85 was. Over de gehele band geen enkele verandering. Wanneer het goed is hoort men de paddingkromme waar de HF kring in gelijkloop met de oscillator komt en weer er uitloopt. Bovendien was de ruis voor een 3055 met 3 MF trappen te zacht. Ik zei tegen hem: "Haal het dekseltje van de UKW afstemeenheid er af en meet de spanning van de HF triode anode punt 1. Deze moet ca. 110 V zijn." De jongen keek mij aan of ik Latijn stond te spreken. Daar ik bang was dat de heer Nieuwenhuis mij zou zeggen dat ik mij niet met andermans werk moest bemoeien, ben ik weer met mijn eigen reparatie verder gegaan. Het was die dag vrijdag. De volgende dag verwachtte ik blindelings weer die ellendige kaartenbakken en de eronder staande postzak. Doch niets van dat alles! Op mijn bank stond de 3055! De heer Nieuwenhuis zei niets, ik uiteraard ook niet. Ik schroefde het dekseltje los en nam de buisvoltmeter. Ik trilde van emotionele spanning. Ik mat op punt 1 nul Volt ! En van de 6,8 K anode weerstand was het kapje gescheurd en het veertje los. Ik soldeerde de weerstand eruit, en alles viel in drieën. Ik ging naar het magazijn, haalde een nieuwe weerstand en soldeerde die er in. Met bevende handen stak ik de steker in het stopcontact. Toen het toestel warm was knalden er over de gehele band Duitse stations uit en de anodespanning was keurig 110 V. Het was 1956 en toen was Hilversum nog niet op de FM band. Vanaf die dag hoefde ik gelukkig geen kaarten meer te sorteren.
Toen ik bij Grundig werd aangenomen moest ik voor de volgende dingen tekenen. Daar stond bij niet navolging ontslag op staande voet op.
Enkele dagen na het gebeuren rond de 3055 verdween de jongen en kwam er een nieuwe: Fred Spiering. Deze jongen moest een Elac platenwisselaar repareren welke niet goed functioneerde, jankte, niet goed af sloeg en soms alle platen tegelijk liet vallen in plaats van één om één. Door heer Broekhof was een mal gemaakt voor de grotere PE wisselaar die ook door Grundig werd gebruikt. Aan het maken van een mal voor de Elac was Broekhof nog niet toegekomen. Dus de Elac werd schuin op de randen van de mal gelegd, ca. 50 cm boven de bank zodat men aan de onderkant kon kijken of alles goed functioneerde. Een stapel van tien afgedankte langspeelplaten werd op de spindel gelegd, de wisselaar werd ingeschakeld en ...bleng!!! Alle platen vielen tegelijk op het plateau. Daarna viel de wisselaar op de bank, op de stoel en van de stoel op de grond. De wisselaar lag ondersteboven en de spindel 5 meter verderop, de platen zaten er nog op! "Van de bank", zei ik droog. Iedereen stikte van het lachen. Spiering raapte alles weer op en plaatste het toestel weer op de mal. Nu het komische!! Het apparaat werkte vanaf dat moment weer 100%! De heer Nieuwenhuis heeft de wisselaar grondig gecontroleerd, alles in orde bevonden en heeft hem weer naar de winkelier teruggestuurd. In Den Haag, Leiden en Oegstgeest was destijds nog 110 Volt. Derhalve had de heer Nieuwenhuis mij gewaarschuwd altijd op de spanningscarrousel te kijken! Heden ten dage doe ik dit nog steeds. Een goede gewoonte. Tegenwoordig met de hoge netspanning zet ik alles op 240V. Het was 's middags rond half drie en het was druk op de bandrecorder reparatie afdeling. Derhalve stond de heer van de Berg de heren Kroes en Verboon bij. Hij kwam naar boven van de expeditie "Ik heb hier een tape van Verseveld en van Van der Gaag uit Den Haag". Het deksel werd eraf gehaald, de steker in het stopcontact en de netschakelaar aan, en....PSSSSSSSSS-POOOO. Witte rook kringelde onder de dekplaat van de 920 uit. De heer Nieuwenhuis: "dat was 127 Volt mijnheer van de Berg". "Neen mijnheer Nieuwenhuis, dat gebeurt mij niet. Ik heb nog gekeken". Toen tilde hij de bandrecorder op en keek: "Oh, u hebt toch gelijk". Vier dagen werk om de resten diëlectricum en aluminiumfolie tussen het relais en het mechanisme uit te halen. De gelijkrichtcel was zo ruim berekend dat hij de dubbele spanning van 550 V gewoon gelijkrichtte en de elco deed exploderen. De Grundig trafo ging niet in de brand! Vrijdags om drie uur klonk er altijd een zacht gezoem van de Holland-Electro stofzuiger waarmee Tom, staande op een ladder welke steunde tegen de onderste balk van de balustrade, de draadglazen ruiten van het berghok boven moest afzuigen, zodat er voldoende licht doorheen kwam. Op een vrijdag veranderde het gezoem in een luid turbulent geluid. Tom was de stofzuiger uit de hand gegleden en deze begaf zich draaiend door het grote trapgat naar beneden, trok onderwijl zijn eigen steker uit het stopcontact en stortte met een luide klap voor de directiekamer beneden op het parket in duizend stukken. In de directiekamer was een vergadering met "hoge heren" uit Duitsland aan de gang. Als door een wonder, doordat er niemand naar buiten kwam, zijn er geen ongelukken gebeurd. De toestellen die gereed waren werden naast het grijze houten hek bij het bureau van de heer Nieuwenhuizen geplaatst. Op de radiodozen van Grundig stond een grote blauwe muzieknoot afgebeeld met daarin de woorden: "In 10 Jahren 5 millionen Geräte".
Om 17.30 uur riep de heer Kroes: "Revisie!!" Iedereen stond op en begon de toestellen naar beneden naar de expeditie te dragen. Spiering pakte een TK820 recorder en liep er dansend en springend de trap mee af en riep: "Zo sterk zijn de Grundig handvatten!" Met kracht haalde hij de TK820 op en neer, de splitpennen van het handvat begaven het en de grote recorder rolde op zijn kant de trap af. Spiering had het handvat nog in zijn hand!! Toen de recorder, nadat de metaalresten er uit waren verwijderd, aan werd gezet speelde hij en er mankeerde verder niets aan. Enige tijd later kwam er een 4010TB, dit is een grote tafelradio met daarin een 700M chassis met een PE wisselaar, voor algehele revisie naar boven. De kast ging naar de heer Broekhof de meubelmaker, de bandrecorder naar de heer Verboon en ik repareerde de radio. Toen alles klaar was werd de zaak weer ingebouwd en het toestel na controle bij de revisie geplaatst. Om 16.30 uur: "Revisie". Alles werd naar beneden gebracht maar omdat de 4010 zo groot en zwaar was liet iedereen hem staan. Heer Nieuwenhuizen: "Heren, er staat nog een 4010". Heer Van de Berg: "Mijnheer Nieuwenhuizen, dat doen we wel even". Ik liep naar Van de Berg en zei: "Laten we dit met zijn tweeën doen". De heer Van de Berg reageerde niet, pakte het toestel, zette het op zijn schouder en liep met forse passen de trap af. Op het laatste bordes gleed het toestel van zijn schouder en viel met een luide klap op het parket voor de directiekamer. Gelukkig lag er een dik Perzisch kleed op de grond dat de klap nog iets opving. Ik liep erachter met een radio en zag het gebeuren. Ik merkte droog op: "Die kan meteen weer naar boven". Boven aangekomen wilde ik eerst kijken of er sluiting in zat door de val, doch Van de Berg stak de steker in het stopcontact. Als door een wonder was de kast heel, de recorder werkte goed evenals de wisselaar. De schaalverlichting van de radio was aan, alleen geen geluid. Ik verwijderde het achterschot en zag tot mijn grote verbazing dat de EL12 buis eruit was, doch er lag geen enkele glasscherf in het toestel. Ik stak mijn hand in de kast en voelde dat de EL12 klem zat tussen de houten rand van de afstemschaal en de potmeter as, die op kleine afstand daarvan door de kast loopt. De lamp was heel! Toen ik hem weer in zijn voet gedrukt had speelde de radio! De heer De Kip heeft nog een nieuwe bodem in de doos gemaakt en het toestel weer teruggezonden. Toen ik bij Grundig begon verdiende ik ƒ 77 per maand en daarvan moest ik ƒ 70 thuis afgeven als kostgeld. Ik had dus ƒ 7 zakgeld te besteden en als je bedenkt dat een EL84 buis al ƒ 12 kostte, dan zal iedereen begrijpen dat er voor de radioliefhebberij niet veel te besteden viel door mij. Gelukkig mocht ik het geld dat ik verdiende met mijn klanten 's avonds houden, zodat ik toch iets kon doen. Regelmatig kwam ik op het magazijn voor onderdelen en daar zag ik hele series z.g. replacement lampen liggen. Lampen met kleine mankementen die voor mij om te experimenteren uitstekend geschikt waren. Ik vroeg de heer Rademaker of ik die lampen mocht hebben, doch deze begon hatelijk te lachen en zei dat alles moest worden vernietigd. Ik keek in de prullenmand en zag daar tientallen lampen die van boven wit waren en de glazen puntjes waren eraf geslagen. De prullenmand stond onderaan een stelling waarvan het ijzeren vakje boven de prullenmand geheel glimmend was, en aan de onderrand alle lak af was. De heer Rademaker grijnsde nogmaals hatelijk en nam een Telefunken EL84 en sloeg tegen de glimmende rand het puntje eraf en grijnsde weer tegen mij. Een Lorenz EABC80 kreeg een tik met de bovenkant van een schaar, en weer een hatelijke grijns. Iedereen zal begrijpen dat mijn bloed kookte. Maar als jongetje van 19 durfde ik niet naar de heer Agenant te gaan om het hem te vragen. Waarom Rademaker zo vreemd reageerde is mij nu nog een raadsel. Ik had het hem netjes en fatsoenlijk gevraagd. Daarna spaarde hij de lampjes op. Er lagen 2-3 rijen op zijn bureau, en als ik bij het magazijn kwam voor onderdelen begon hij grijnzend de lampen op het glimmende randje van de stelling stuk te slaan. Puur om mij te pesten ! Als ik nu anno 2005 nog denk aan het glimmende randje van de stelling en de onthoofde lampen in de prullenbak, krijg ik nog een benauwd gevoel. De spanning tussen Rademaker en mij liep daardoor langzaam maar zeker op. Ik wilde het niet maar ik voelde dat er vroeg of laat een uitbarsting moest komen. En die uitbarsting kwam eerder dan ik dacht!
Op een middag kwam er een keurige heer met een 3028WE tropenradio waar alle kunststof toetsen af waren gegaan. De man had alles, ook alle veertjes, netjes bewaard. Hij kwam uit de tropen op 3 maanden verlof in Nederland bij zijn familie, en was vergeten om met het toestel naar ons toe te gaan. De middag vóór zijn schip vertrok kwam hij langs. "Terlingen", sprak de heer Nieuwenhuizen "ik heb een levensklus voor je". Snel moest deze man geholpen worden, daar 's avonds zijn schip vertrok. Ik ging dus met de defecte toetsen naar Rademaker. De deur was dicht en het loket open. Gewoonlijk liet Rademaker iedereen ca. 10 minuten wachten. Links in een stelling zag ik in een vakje de toetsen liggen, en ik dacht nog: "Gelukkig, die zijn er". Rademaker kwam aanlopen en zei gelijk: "Die heb ik niet". Ik zei: "Daar liggen ze, u liegt". Ik pakte de deurkruk. De deur die altijd op slot was had hij deze keer per vergissing niet afgesloten. Ik opende de deur en liep naar de stelling om de toetsen te pakken. Rademaker pakte een grote bezem en wilde daarmee op mij in slaan. Toen ik de bezem uit zijn handen wilde trekken sloeg hij die op de grond en veegde mij over het zeil, dat net was gewreven, het magazijn uit. De vloeken en scheldwoorden vlogen over en weer. "Vuile smerige buizentikker" en nog vele andere woorden die ik hier maar liever niet herhaal heb, ik naar zijn hoofd geslingerd. "Jij hebt hier niets te zoeken rotzak" kreeg ik onder begeleiding van de nodige vloeken te horen. Met de bezem had hij me in de deuropening gedrukt. Hij was drie keer zo groot als ik. Ik was vrij tenger en woog 60 kg. Dus was ik geen partij voor hem. Hij wilde de deur dicht doen, doch ik zette mijn voet ertussen. Weer een kanonnade van scheldwoorden en vloeken wederzijds. Een geluk was dat de directie op dat moment niet aanwezig was, anders waren wij beiden er op staande voet uitgevlogen! Rademaker duwde tegen de deur en begon door het openstaande loket met de bezemsteel naar mijn ogen te steken. Ik was buiten mijzelf van woede, en Rademaker ook! Zacht krakend begaf eerst het bovenste scharnier van de deur het, daar mijn voet nog steeds tussen de deur zat. Toen het middelste scharnier. Ik had de bezemsteel vastgepakt en we waren aan het bezemtrekken en schelden. De heer Nieuwenhuizen die alles beneden hoorde rende naar boven: "Heren heren", riep hij. En als door een magische kracht van zijn stem hielden wij allebei op en er viel een doodse stilte. "Rademaker, lig niet te zeiken en geef die man zijn toetsen", zei Nieuwenhuizen op strenge toon. De toetsen werden op het plankje van het loket gesmeten en ik ging er, trillend op mijn benen, mee naar beneden. De klant, een keurige meneer, zei tegen me: "Ik geloof dat er iets niet helemaal goed ging boven". Nog trillend op mijn benen schertste ik terug: "Das kann man wohl sagen". De toetsen werden door mij op het toestel gemonteerd, en de klant reisde tevreden af naar de tropen. In de jaren 1958 en 1959 ging het met de Handelmaatschappij Sieverding niet erg voor de wind. Importen van niet bij hem aangesloten winkels, buiten hem om rechtstreeks uit Fürth, zorgden voor grote problemen. Toestellen die door deze winkeliers rechtstreeks uit Fürth werden gehaald konden, omdat de winst van Sieverding er afging, soms ƒ 100-200 goedkoper door hen worden aangeboden. Een beruchte lokale tegenspeler van Sieverding was Radio Prins in de Hartenstraat. Langs zijn gevel hing een groot spandoek met daarop de tekst : "Radio Prins, de man van de gewonnen 20% processen !!". Ook in het oosten van Nederland bevonden zich diverse winkels die dit deden. Eindeloos is door Sieverding geprobeerd om dit ongedaan te krijgen. Het moet hem duizenden aan advocaatkosten gekost hebben. De mensen die zich blind staarden op die ƒ 100-200 korting vergaten dat de garantie slecht of geheel niet nagekomen werd bij een defect aan het toestel. Of dat het onvakkundig werd gerepareerd met weer andere desastreuze gevolgen. Voor die extra ƒ 200 was er wel een goede importeur met een goede technische dienst waar met de originele Grundig onderdelen vakkundig werd gerepareerd, en waar ook de garantie verplichtingen werden nagekomen. Teneinde raad reisden de heren Sieverding en Agenant naar Fürth en daar werd met Max Grundig het volgende afgesproken:
Het merkteken was zodanig op de toestellen aangebracht dat verwijderen of verminken daarvan het toestel beschadigde en het daarmee onverkoopbaar maakte. Bovendien stond er nog het 3e onzichtbare G-int in en daarmee was het mogelijk de betreffende winkelier gerechtelijk aan te pakken. Grundig personeel reisde incognito af en toe het land door en kochten dan bij zo'n niet bij Sieverding aangesloten winkel een Grundig radio of bandrecorder. Gelijk viel het op dat er over het merkteken een sierplaatje was gemonteerd of er een gat in het achterschot was geboord waar het merkteken had gestaan. Allemaal geen probleem, het toestel werd mee naar Amsterdam genomen en daar desnoods geheel gedemonteerd totdat het 3e merkteken zichtbaar werd. Een advocaat werd erbij gehaald en via de rechter werd de betreffende zaak een boete opgelegd. Ikzelf heb meerdere malen toestellen moeten demonteren om het merkteken op te sporen. Wanneer, en dat was meestal het geval, het merkteken op de stationsschaal was aangebracht werd vaak, nadat dit was weggekrast, het rondje daarvan met goudverf dicht geschilderd. Wij als kenners zagen het gelijk! Het gehele systeem heeft toch maar ten dele gewerkt, want er zijn toch vrij veel toestellen met verminkte of verwijderde merktekens op de markt gekomen. De Duitse grossiers leverden aan iedereen die radiohandelaar was. Dat was voor Sieverding een groot probleem. Veel mensen die een dergelijk toestel kochten zaten, wanneer het defect raakte, hopeloos in de problemen daar goede vaktechnische kennis niet voor het oprapen lag. Nog twee problemen kwamen op Sieverding af:
Kort voor de verhuizing verliet de heer Van de Berg ons en ging naar van Buren Antenne Service in de St. Willibrordusstraat in Amsterdam Oud-Zuid. Ik werd gepromoveerd naar zijn plaats. Officieel was ik nu geen jongste bediende meer. Toen de laden van de bank van Van de Berg werden uitgeruimd kwamen er zes Grundig mf trafo's uit, en die mocht ik van de heer Nieuwenhuizen hebben. Spoedig ontstond hierdoor mijn eerste FM ontvanger welke ik zelf had gebouwd volgens het schema van de Grundig 2068. Bij Radio Groeneveld op de Ceintuurbaan 127-129 werd door mij nog een aluminiumchassis gekocht plus alle benodigde onderdelen. Door mijn promotie was mijn salaris van ƒ 77 naar ƒ 114 p.m. gestegen en de verhoging mocht ik van mijn vader houden. Ook de aanschaf van de lampen is een verhaal op zich, evenals de mengeenheid, deze had ik nog niet. Eén Telefunken EL84 en twee EF89's eveneens Telefunken, werden bij Radio Lenssen in de Hoogstraat gekocht. Toen was het geld op. Thuis had ik nog een Telefunken balansuitgang liggen en een EC92. Dingen nemen soms een heel wonderlijke loop. Terwijl de ontvanger in wording was, ik was thuis al aan het bedraden, dacht ik: "Hoe kom ik aan een tweede EL84?". Ik wilde de ontvanger met een balans eindtrap gaan uitrusten. 's Ochtends om 9.30 uur moest ik naar beneden om de heer van Olst te helpen een grote radio/tv combinatie in de auto te zetten met vier man. Toen dit gebeurd was zag ik de vuilnisbak buiten staan. Ik opende het deksel en wat lag er bovenin? Eén Telefunken EL84 waarvan Rademaker het puntje had afgeslagen. Maar er was een schilfer af en de lamp was nog dicht. Verder nog een Philips doosje waar iets in zat wat een EABC80 moest zijn. Het rammelde niet binnenin. De twee buizen stak ik in mijn broekzak en toen ik tussen de middag naar huis liep en in het Philips doosje keek zat daarin een Lorenz EABC80 die de klap van Rademaker's schaar was ontkomen! Alles had ik nu kompleet op de afstemeenheid na. De gehele ontvanger was inmiddels klaar en met de Hartmann & Braun meetzender had ik tussen de middag het mf gedeelte al op 10,7 MHz afgeregeld. Toen ik naar de prijs van de UKW unit informeerde schrok ik: ƒ 66!! Ik besloot gelijk de ontvanger maar in de kast op te bergen. Wanneer ik thuis mijn schroevendraaier tegen het rooster van de eerste EF89 hield hoorde ik een KG signaal dat ik op een AM ontvanger op 10,7 ook hoorde. Alles klaar, alleen geen Grundig mengdeel! De mf trafo's F7207-317 en F7207-308 heb ik zelf van nieuwe keramische parallelcondensatoren voorzien, daar deze ontbraken. Toen er gebeurde er een waar wonder! Bij Radio Lenssen had ik een FM dipool antenne gekocht. Deze hing tussen twee haakjes aan mijn slaapkamerraam dat op het oosten lag. Het lint ging tussen raam en vensterbank naar binnen. Ik moest voor een klant van mijzelf naar Radio Rotor in de Kinkerstraat 55 voor onderdelen. Het was zaterdagmiddag en zeer druk in de winkel. Achteraan in de rij stond ik te wachten en toen gebeurde het. Achteloos keek ik opzij naar een ruimte onder de etalage waarvan de schuifdeuren open stonden. In de ruimte lagen grote zware rollen zwarte kabel. Tussen de rollen zag ik iets glimmends dat mijn aandacht trok. Ik bukte me om te kijken wat het was, stak mijn hand tussen de kabels om het te pakken. Waar stond ik mee in mijn handen toen ik het tussen de kabels vandaan had gehaald ?? EEN GRUNDIG FM AFSTEMMER VAN DE 2043 W3D MET EEN NIEUWE TELEFUNKEN ECC85 ERIN !! Ik kon het niet geloven, maar gelijk rees bij mij de vraag, "Wat kost 'ie? Heb ik genoeg geld?" Ik was aan de beurt, toneelspelend achteloos vroeg ik: "Wat kost dit?". "ƒ 7,50 met lamp". Gelijk gekocht. Bijna vergat ik waarvoor ik gekomen was, de onderdelen voor mijn klant. Toen naar huis. Eerst het toestel van de klant afgemaakt en weggebracht. Na het eten ben ik begonnen de unit op mijn ontvanger te plaatsen en aan te sluiten. Toen ik de ontvanger aanzette, klonk er een krachtige, gezonde Grundig ruis uit de luidspreker. De unit stond vrijwel goed, hij was voorgeregeld in Fürth en behoefde praktisch geen correctie. Ook de gelijkloop was goed hoorbaar in de ruis. Met bevende handen sloot ik de antenne aan, even draaien: "Westdeutscher Rundfunk Ultra Kurzwelle Programm" klonk het uit de luidspreker. Ik kon mijn oren niet geloven. Een prachtige Haydn symfonie werd ingezet. De zaak stond behoorlijk hard en mijn ouders kwamen aangelopen: "Wat is dat voor een prachtig geluid". Het was die dag vrij mistig weer en toen ik verder draaide ontving ik Radio Bremen, radio DDR, Frankfurt en de Sudwestfunk. In die tijd zaten de meeste tweede programma's op de FM en die gaven de klassieke muziek waar ik zoveel van hou. De EL84 met de door Rademaker beschadigde top deed het net als de nieuwe prima, en de kathodespanningen waren 6,5 V. Deze ontvanger heb ik nu nog! Ik heb hem later naar 5 mf trappen uitgebouwd en de twee EL84's zitten er nu, anno 2005 nog steeds in!! De TV assemblage te BrusselDe TV toestellen van Grundig kwamen in onderdelen vanuit Fürth naar Brussel. Dit werd gedaan omdat de invoerrechten van complete TV's veel hoger waren dan losse onderdelen. Chassis' compleet bedraad, losse lampen in industrie verpakking, kasten, luidsprekers, maskers, ruiten, beeldbuizen en afbuigspoelen kwamen afzonderlijk naar Brussel per trein en werden daar door Grundig Brussel geassembleerd. De board achterschotten werden in België gemaakt en aldaar van Nederlandse tekst voorzien. Binnen de Benelux is geen douane, dus alle toestellen werden vanuit Brussel gedistribueerd. Grundig Brussel was een afdeling van Handelmij. J.N.J. Sieverding. Tweemaal per week op dinsdag en vrijdag, reisde de heer Agenant (technisch directeur) met zijn gele DKW naar Brussel om te controleren of alles daar goed liep. De toestellen werden na assemblage grondig gecontroleerd en ook, indien nodig, ter plekke gerepareerd alvorens het pand te verlaten. In de zomer van 1958 verhuisde de technische dienst van de Koningslaan 36 naar het Christiaan Huygensplein, gelijk met de TV technische dienst uit Diemen. Ook de beide meubelmakerijen van de heren Lans en Boekhof werden daar samengevoegd. Inmiddels waren drie nieuwe technici, de heren Reinders, Gossens en Guntenaar aangetrokken om de radioafdeling te versterken en de twee leeggekomen plaatsen in te vullen. Ik werd gepromoveerd tot chef radio afdeling. Ook werd begonnen met radio praktijkcursussen aan VEV leerlingen te geven. Dit moest ík doen.
Verder verzocht men mij om mij met de probleemgevallen bezig te gaan houden. Wat ik heel graag deed, en dus werd dit verzoek door mij dankbaar aanvaard. Van deze reparaties leerde ik het meest en ik was op radiogebied enorm leergierig, puur uit liefhebberij. Na enige tijd kreeg ik een afzonderlijke ruimte toegewezen met een witgeschilderd raam aan de straat, zodat ik mij goed op de ingewikkelde reparaties kon concentreren. Ook het onderdelen magazijn van Rademaker was naar het Christiaan Huygensplein mee verhuisd. Opgemerkt moet nog worden dat na de hevige ruzie tussen ons op de Koningslaan, hij nooit meer lampen in mijn nabijheid heeft stukgeslagen. Integendeel, op dinsdag en vrijdag kwam de vuilnisman en meestal werd door Tom om 9.30 uur de emmer naar buiten gebracht. Kort daarop volgde ik met mijn prullenmand om die leeg te gooien en............. gelijk weer te vullen met de radio en TV lampen die in Rademaker's vuilnisbak zaten! Dan met de prullenmand met een stofdoek bovenop de lampen naar binnen, en tussen de middag snel de lampen in mijn tas overgepakt. Dit ging prima zo en toen ik de afgesloten ruimte toe gewezen kreeg heb ik een klein rechthoekje verf van het raam gekrast waardoor ik precies de hoek van de straat kon zien, waar dinsdag en vrijdag de emmer werd neergezet. Voordat ik voornoemde kamer toegewezen kreeg, deed ik de probleemgevallen aan een aparte bank van waar uit ik ook de radio opleiding gaf.
Hij stond weer boven mij, maar het pijnlijke was dat hij regelmatig met toestellen bij mij moest komen, die hij niet voor elkaar kreeg. Ikzelf had de grote fout dat ik niet tactisch was, met als gevolg dat de verhouding tussen ons steeds slechter werd. Wanneer Bakker langs mijn bank liep werden er hatelijkheden mijn kant op geslingerd, waarop ik dan zei: "U bent voor mij mijnheer Bakker en ik ben voor u mijnheer Terlingen". Waarna dan een pijnlijke stilte op de TD volgde. Kort daarop gebeurde er iets waarbij ik ook weer zo dom en ontactisch ben opgetreden. Met zoiets drijf je de zaak nodeloos op de spits, met altijd voor de zwakkere partijen, in dit geval ikzelf, grote nadelige gevolgen. Ik had een week zware griep gehad met hoge koorts, en was van maandag tot en met donderdag daardoor in bed gebleven. Vrijdags was ik zover opgeknapt dat ik besloot weer aan het werk te gaan. Toen ik vrijdags weer bij Grundig kwam vond ik op mijn bank een radio model 2098 die ik daar zelf niet had neergezet. Met een hoop meetapparatuur daarop aangesloten. Collega Ben Guntenaar zag mij naar het geval kijken en liep naar mij toe: "Moet je kijken", fluisterde hij "daar is Bakker al vier dagen de gehele dag mee bezig geweest, een hele gekke fout. Zet je het toestel aan dan slaat het oog of heel of half dicht op Hilversum, druk je dan op TA en weer op MW dan slaat het oog of helemaal of half dicht. Als het oog half dicht staat en je draait door de band, is het toestel ook heel ongevoelig". Het toestel werd aangezet en het oog stond op half terwijl Hilversum 2 werd ontvangen. "Niet drukken", zei ik tegen Ben. Voorzichtig draaide ik door de band en zag dat het oog aan de hoge kant langzaam enigszins vertraagd open ging en dan weer sloot, waarna het langzaam geheel open ging. Aan de lage kant ging het oog vanuit de halfstand vlot open. Het toestel was ongeveer 30% minder gevoelig en een naast Hilversum ontvangen Duits station SWF Wolfsheim kwam door de zijband van de Hilversumse zender heen. De MF was ca. 30 % verbreed en gaf de indruk alsof er een regelbare bandbreedte op zat, wat bij de 2098 niet het geval was. Ik had vroeger thuis bij reparatie van een Telefunken 065 ook al eens het betreffende verschijnsel gehad bij een onderbroken in de MF voet ingegoten 125 pF condensator. Ook bij de Grundig Zauberklang serie was het mij al een paar maal opgevallen, dus het verschijnsel was mij bekend. Opvallend was wel dat het steeds ook bij de voornoemde Zauberklang toestellen altijd de parallelcondensator 150 pF van de anodekring AM van de ECH81 was. Zeer ontactisch zei ik op luide toon zodat Bakker, die aan zijn bureau zat, en de andere jongens het allemaal konden horen: "Dit is dan een parallelcondensator !!". Voorzichtig haalde ik het busje van de F 7207-308 af, nadat ik voor de zekerheid tevoren voorzichtig de kern van de verlopen kring had gedraaid en had gezien dat deze, na geheel ingedraaid (dus maximale L) een vergroting van de oog uitslag had gegeven, toen op TA en daarna op MW gedraaid. Het toestel werd toen met ingedraaide kern zeer ongevoelig, voorzichtig draaide ik de kern weer terug en vond een keurig maximum. Door de electrische puls van het omschakelen maakte het draadje, dat los tussen de folie van de 150 pF lag, weer contact. Het was vrijwel zeker die condensator, een spoelsluiting heb ik in al die jaren slechts éénmaal meegemaakt bij een 380W dus daar ging ik niet van uit. Gelukkig was dit inderdaad niet het geval. Het was de condensator. Op dit bijzondere geval kom ik nog terug! Nadat ik een andere condensator had gehaald bij Rademaker en die er voorzichtig in had gesoldeerd bemerkte ik, toen ik het busje weer op de trafo monteerde, een doodse stilte om mij heen. Normaal is er altijd lawaai op een radiotechnische dienst! Ik keek om en zag dat alle collega's in een wijde boog op ca. 5 meter afstand om me heen stonden te kijken!! Een hevige angst voor een debacle en afgang maakte zich van mij meester, ondanks de goede metingen die ik had gedaan. Stel je voor da ik het mis heb en de fout na inschakelen weer optreedt? Wat zal Bakker lachen en ga ik af zoals ik nog nooit eerder ben afgegaan! Bakker zal zat met een vuurrooie kop over zijn papieren gebogen, Nieuwenhuizen zat rustig te werken en deed of er niets aan de hand was. Nadat ik gemeten had of er geen sluiting in het toestel was geslopen schakelde ik met bevende handen het toestel in. Het begon te spelen. De kring moest een weinig worden bijgesteld. Alles was goed en hij stemde keurig af! Toen het grote moment; druk op TA, druk op MW. Alles bleef goed. Dit drukken 25 keer herhaald......met bevende handen. Alles bleef echter goed. Het oog sloot nu bij iedere omschakeling TA-MW normaal en geheel !!! Toen een grote opluchting, nog steeds doodse stilte en de rij collega's in een boog om mij heen. Nog enige malen geschakeld, alles bleef goed en......................... toen weer een domme, ontactische opmerking van mij: "DAT WAS DAN ÉÉN PARALLEL CONDENSATOR" op luide toon. Daarop volgde een applaus van mijn collega's. Bakker zat nog steeds, zonder zich te verroeren, achter zijn bureau met een rood hoofd! Met die tweede domme opmerking had ik de zaak op de uiterste spits gedreven! De verhouding tussen Bakker en mij, die al slecht was, was nu helemaal water en vuur, hetgeen mij nog duur zou komen te staan!! Mede door het slagen van deze reparatie vroeg Nieuwenhuizen mij of ik voor de toekomst de probleemgevallen zou willen doen. Wat ik vanzelfsprekend graag deed, en nog doe, daar dit de interessantste reparaties zijn waar ik ook het meeste van weet. Nadat ik van de 2098 nog de stationsnaar had vervangen, die gerafeld was, bracht ik het toestel naar de expeditie en ging met een volgende reparatie verder. 's Middags om +/- half drie hoorde ik vanaf de lege bank, 3 banken achter de mijne, schakelen. Bakker had de 2098 van de expeditie terug gehaald en was als een verwoede aan het schakelen tussen TA en MW. Doch na één uur schakelen ging hij opnieuw af. Het toestel bleef goed. Vraag niet wat de schakelstrippen hierdoor geleden hebben! Ik kreeg een voormalige kantoorruimte van de expeditie toegewezen en daar werd mijn bank en apparatuur in geplaatst. De grote ruit naar de straat werd wit geschilderd. Hier kon ik ongestoord rustig werken! De meest ingewikkelde radioproblemen werden in deze ruimte opgelost. Een zeer interessante tijd voor mij en ..........ik zag Bakker gelukkig niet! Sinds de ruzie op de Koningslaan heeft Rademaker nooit meer lampen stuk geslagen, integendeel. Ik had ontdekt dat in de kleine vuilnisbak van het magazijn alles heel was. Ik had het volgende bedacht om aan de lampen te komen. Wanneer Tom om half tien de emmer naar buiten bracht voor de vuilnisman, ging ik er vijf minuten later met mijn prullenmand achteraan om die leeg te gooien in één van andere emmers. Daarna de lampen uit Rademaker's emmer in mijn prullenmand, een stofdoek erover heen en weer naar binnen! 's Middags in de pauze als iedereen weg was pakte ik de lampen over in mijn tas die ik 's avonds mee naar huis nam. Vanaf dat moment brak er een bloeiperiode aan in mijn radio bouw- en ontwerptijd. De meeste gevonden lampen waren goed bruikbaar in mijn gebouwde radiotoestellen en versterkers. Ook had ik nu de mogelijkheid krachtigere versterkers te bouwen met de PL36. Radio Lenssen had voor ƒ2,50 de Grundig balansuitgang 9066-074. Er brak een tijd aan van luisteren naar symphonieën van Beethoven, Haydn en Brückner. Ook de muziek van Haendel deed bij mij zijn intrede. Bij Both in de Linneausstraat kocht ik een Perpetuum-Ebner platenspeler in koffer voor ƒ 68. Toen gebeurden er een paar dingen die mijn Grundig lust op de top bracht. In de zomer van 1960 kwam ik bij Radio Lenssen om wat spullen te kopen en de heer Lenssen, die wist dat ik Grundig fanaat was, zei: "Kom eens mee, ik moet je wat laten zien". Een kamertje achter de winkel stond vol met Grundig chassis'!! En er was een beeldbuizendoos vol met Grundig onderdelen waaronder ca. 50 mf trafo's, 8 UKW units, toonregelsets etc. Gelukkig had ik wat gespaard en heb ik 7 chassis en de doos onderdelen gekocht. Een 5050, 5080, 5060, 8090 USA, 2x 3028 WE. En een heel bijzondere, een 3028 BE met D buizen en 6 korte golven! De 3028 waren geheel kompleet, doch zonder lampen. De andere chassis waren LF gesloopt en de UKW units waren er af, doch deze lagen in de doos. Op de chassis zat pleister waarop met de hand geschreven stond: LABOR MUSTER. Alles heb ik met de originele onderdelen compleet gemaakt. In de Ruysstraat was een winkel die de originele Beyslag weerstanden had die ook door Grundig werden gebruikt. Met de losse mf trafo's heb ik de 5060 naar 3 trappen uit gebouwd. Ook ontstond veel later een door mij gebouwde autoradio met 4 mf trappen en een Grundig UKW unit + zelfgebouwde hf versterker met EF80 buizen. Dit toestel was zo gevoelig en selectief dat ik in de auto midden in de stad Kleve, Langenberg en Liège kon ontvangen. In de eindtrap had ik balans PL508 buizen. Nu weer even terug naar 1960. Het radiogeluk verliet mij niet! De D buizen kon ik met personeelskorting bij Rademaker kopen. De 3028 BE werd aan de onderkant van een aluminiumplaat voorzien ter bescherming. Ik had nog een krachtige kleine Grundig luidspreker, deze werd in een klein houten kastje gebouwd. Een anode batterij en 1,5 V cellen werden gekocht. Alles inclusief een aardpen en 10 meter draad werd in een grote koffer gepakt. Op naar Bussum met de trein, naar een open stuk op de hei. Daar werd de draad tussen twee bomen gespannen en de pen in de grond gedrukt. Het toestel werd er op aangesloten en........ een prima ontvangst van kortegolven en middengolven: goed en storingsvrij. Ik ontving daar rondom de aardbol. Ook overdag zat de middengolf vol met de meest verafgelegen zenders! Een radiodag die ik tot op heden nog niet ben vergeten! Alle chassis' heb ik nu anno 2005 nog, en ik doe ze ook nooit weg !! Alleen was er nog het probleem om aan de lampen voor de andere chassis' te komen. Een gedeelte had ik al uit de vuilnisbak van Rademaker, maar nog lang niet alles. Doch ook hier kwam het geluk weer om de hoek kijken. Van het wit geschilderde raam had ik een klein vierkantje weggehaald, waardoor ik precies de plaats op de hoek naast de inrit kon zien waar de vuilnisbak werd neergezet op dinsdag en vrijdag. Dan weer de bekende list met de prullenbak enz. Enige dozen radio en tv buizen had ik al thuis, de koning te rijk! Op een dag stond ik te wachten bij het magazijn en daar stond ook de heer Caminada, van de gelijknamige radiozaak, uit Den Haag met de bekende Blue Band doos vol met remplace buizen. De doos werd door Rademaker ingenomen en de heer Caminada kreeg nieuwe lampen mee. Groot was mijn spanning voor die vrijdag daarop. En ja! Om half tien liep Tom langs het vierkantje in mijn raam, in zijn ene hand de vuilnisemmer en onder zijn arm de doos. Alles werd keurig op straat gezet, de doos naast de vuilnisbak. In de prullenbak deed ik de lampen uit de vuilnisbak. De doos die ik niet mee naar binnen nam, daar dan alles bekend zou worden, heb ik, lach niet, in de struiken aan de overkant gezet. Op deze plek staat nu Albert Heijn sinds ca. 1971. De doos was onzichtbaar door de dichte struiken. 's Avonds om 19.00 uur toen ik zeker wist dat iedereen weg was, ook Bakker want die was nog wel eens laat, heb ik de doos uit de struiken gehaald en met een dik stuk schuimrubber eronder, op mijn bagagedrager gebonden. Thuis gekomen pakte ik bevend van nieuwsgierigheid de doos uit. Voor de dag kwamen EL84's, ECC81's en ECC83's van Telefunken, EF89's , ECH81's en ECC85's van Valvo en EABC80's van Lorenz. Kortom alles wat ik voor de chassis' nog nodig had . Ook EM34's en nog een serie tv buizen! 's Avonds laat stond alles te spelen, alles was compleet ! Op een dag midden in de zomer, het was t.g.v. vakantietijd zeer stil, bracht de heer Reishaus van de TV techniek een oude Erres mee van zijn moeder. Het toestel bromde t.g.v. een defecte elco. Van Nieuwenhuis had hij toestemming gekregen omdat het toch stil was. Om ongeveer drie uur in de middag klonk er een ongelooflijk harde knal, en even later dwarrelde er aluminium snippers en geelachtige stukjes papier naar beneden. De tv afdeling was vol rook en damp, zo erg dat je de andere kant niet kon zien. Uit de rook, ik zie het nog zo voor mij ik vergeet het nooit, zag ik de heren Reishaus, Cox en de Jong naar voren komen als drie schimmen. Ook lag er een platgeslagen huls van een elco alsof er een bierblikje was platgetrapt. In het eiken bovenblad van de Erres zat een groot gat waar je een vuist doorheen kon steken. Recht boven de Erres was een stuk uit de betonnen balk van het plafond geslagen ter grote van een vuist! Als met stomheid geslagen liep ik naar het toestel en zag dat het dikke ijzeren chassis was verbogen. De elco was eruit doch de oude elco lag naast het toestel op de bank. De AZ4 was heel (!) en stond met zijn voet scheef aan de rand van de deuk in het chassis. Reishaus kwam naar mij toe en vroeg hoe dit kon met een nieuwe elco. Hij had twee fatale fouten gemaakt!
Ook al was de elco geformeerd geweest, was hij toch geknald daar hij 500 V had gekregen i.p.v. 350 V. Bovendien was de rubber beveiliging verdroogd. We zijn met ons allen 2 1/2 uur bezig geweest om alles op te ruimen. De heer Boekhof heeft de kast van een nieuwe bovenplaat voorzien en geheel opgeknapt. Bij Radio Groeneveld op de Ceintuurbaan 127 werd een 6011 gekocht en na de formatie er in gezet. Alles werkte weer. Reishaus zijn moeder kreeg t.g.v. het een en ander haar toestel als nieuw terug! Tenslotte nog een voorval t.g.v. een enorme stommiteit van mij! We hadden op de TD een centraal antennesysteem dat via een aparte Kathrein versterker met EF80 buizen op alle banken was aangesloten. Doch het werkte niet echt goed. Slechts de programma's van Hilversum 1 en Hilversum 2 en Markelo die pas waren opgestart konden worden ontvangen. Ik ontdekte dat wanneer ik de kabel verwijderde en verving door een snoer en die rechtstreeks op de 75 Ohm spoel aansloot, alles te ontvangen was: Duitsland, België, en ook de MG, KG, en LG waren veel beter. Toen Bakker langs mijn bank liep en zag dat ik de kabel had verwijderd en door snoeren had vervangen, gelaste hij mij de kabel weer te monteren en de snoeren te verwijderen. Hij was DE chef en dus moest ik dit doen, doch een paar dagen later heb ik de kabel weer verwijderd en de snoeren weer aangesloten.
Men kan begrijpen wat er vroeg of laat zou gebeuren doordat deze stomme eigenwijze jongeman vergat tussen de snoeren scheidingscondensatoren te plaatsen. Grundig bracht een klein toestel, de 90U op de markt dat z.g. half universeel was. Alleen een gloeistroom trafo en de hoogspanning rechtstreeks via een ontstoringsspoel, een zekering en twee weerstanden van 100 Ohm naar punt 1 en 7 van de EZ80 gelijkrichtbuis. Het chassis lag dus rechtstreeks aan het net wanneer het toestel was ingeschakeld. Het schakelde wel dubbelpolig. Het was daags voor Kerstmis, buiten nagenoeg nacht door een hevige regenval en dichte wolken. Binnen bij ons stond alles aan, zes TV toestellen, bandrecorders, radio's en al het licht. Het was door de aankomende Kerstdagen ontzettend druk met reparaties. Er werd die dagen zelfs overgewerkt. Luidkeels stonden de "Arbeidsvitaminen" aan waar ik zo'n hekel aan had. Ik hield (nog steeds) niet van popmuziek, alleen van klassiek. Ik had een 90U in reparatie. Toen die klaar was en op de service luidspreker stond te spelen, wilde ik de kast van het toestel pakken die boven op het schap stond. Achteloos schoof ik het spelende chassis naar achteren en........ BOEM !! Een harde knal, een grote vonk en..... alles viel stil. Het licht ging uit. Door de "Arbeidsvitaminen" heeft niemand de knal gehoord! Diezelfde "Arbeidsvitaminen", waar ik zo'n hekel aan had, hebben mij wel gered, want die knal was ontstaan doordat de 90U tegen de banaansteker van de aarde van het centraal antennesysteem kwam. De banaansteker was half weggeslagen en aan de achterkant van het chassis zat een grote brandvlek. Ook boven ons was op de flatwoningen het licht uitgevallen. Toen kwam Reishaus: "Nou, dat zijn dan zes ingebrande beeldbuizen". De stipdover werkte alleen als de tv werd uitgeschakeld met zijn eigen netschakelaar die dan om omschakelt en het schermrooster voor de beeldbuis tegen het chassis kortsluit, zodat de 0,22 uF condensator van het schermrooster gelijk ontladen wordt. Schade: 6X ƒ 400 = ƒ 2400 excl. montage kosten!! De 6 A automatische stoppen, dat weet iedereen, zijn nogal traag en die laatste stroomstoot kon de hoofdstop, die al zwaar belast was, nou net niet meer hebben. Had deze sufferd (!) nu maar een scheidingscondensator gebruikt, dan was er niets gebeurd! Snel heb ik een groot toestel dat in controle stond voor de aansluiting geplaatst, zodat Bakker niet kon zien dat ik wederom de kabel had verwijderd. Tussen de middag heb ik snel de snoeren weer verwijderd en de kabel weer gemonteerd. Later heb ik het filter verwijderd en in plaats daarvan 2 scheidingscondensatoren van 1000V geplaatst. Niemand is er achter gekomen dat ik door mijn grote stommiteit de sluiting heb veroorzaakt. 's Middags om half twee kwam er eindelijk een monteur van het Gemeente Energie Bedrijf (GEB) om de hoofdstop te vervangen. Vraag maar niet wat dat wachten in geld uitgedrukt heeft gekost! Tenslotte kom ik nog even terug op mijn domme, ontactische gedrag wat mij (misschien terecht) duur is komen te staan. Van mijn vader moest ik een brommer aanschaffen, wat ik geheel niet wilde daar ik voor zo'n ding te weinig lichaamsgewicht heb. Met frisse tegenzin kocht ik dan maar de kleinste; een Solex. Het rijden daarmee was voor mij één grote ellende, vieze natte schoenen, mijn broek werd smerig en mijn mooie winterjas ging eraan. Op een winterse dag in 1962 gebeurde het dan! Op de Hugo de Vrieslaan lag alles vol natte half bevroren sneeuw. De temperatuur rond het vriespunt. Dan weet je het wel. Alle sneeuw van de autorijweg werd door een sneeuwschuiver het fietspad opgeveegd. Daar bleef het liggen. Het fietspad was daardoor onbegaanbaar, maar dat interesseerde de Gemeente (toen) niet. Op de autoweg rijden was met de Solex verboden en leverde gelijk een bekeuring van ƒ12,50 op, daar Amsterdam toen vol ijverig bonnen-uitschrijvende agenten zat. Dus op het half bevroren onbegaanbare fietspad, op de Hugo de Vrieslaan langs het Amstelstation en de Maxwellstraat, gebeurde het! Het enige wat ik mij herinner was dat de Solex onderaan naar rechts gleed. Verder weet ik niets meer. Dit gebeurde om ongeveer half acht in de ochtend, en ik moest om acht uur bij de TD beginnen. Ik werd wakker, liggend naast de sloot welke parallel aan de straat loopt: "Waar ben ik?" Toen hoorde ik het hoge gierende geluid van de Solex die op zijn kant tien meter verderop naast de sloot lag, en op volle toeren draaide daar de band gescheurd was. Daardoor was de stenen aandrijfrol vrij. De band onder de rol was geheel verdwenen, alleen de staalranden zaten nog om de velg. Hij lag op zijn kant en evengoed draaide hij nog! Ik stond op, mijn jas was aan één kant zwart van de modder, uit mijn voorhoofd liep bloed en ik had daar ook een grote blauwe plek en mijn schoenen zagen er niet uit! Op de klok van de Emma kerk verderop aan de Kruislaan zag ik dat het half tien was. Dus ik heb daar ruim twee uren gelegen bewusteloos gelegen zonder dat iemand zich om mij bekommerd heeft. De voorbijgangers moeten toch het gierende geluid van de op zijn zijde liggende Solex hebben gehoord?? Ik ben omhoog gestrompeld en heb de motor afgezet. Toen ik de Solex overeind wilde zetten gleed ik uit in de natte sneeuw en de Solex en ik lagen wederom in de sneeuw. Enige conversatie met Onze Lieve Heer kon vanzelfsprekend niet uitblijven! Tegen het één meter hoge talud van de Hugo de Vrieslaan kon ik niet opkomen, dus het enige wat er op zat was door het natte gras en de sneeuw naar de Maxwellstraat te lopen. Deze liep enigszins naar beneden en daar was slechts een kleine grasrand. Toen met de Solex met kapotte voorband door de half bevroren sneeuw naar het Chr. Huygensplein gelopen. Aldaar om kwart over tien aangekomen belde ik aan, je hoeft niet te vragen wie er open deed: de heer Bakker! Ik stamelde: "Ik heb een ongeluk gehad". De Solex met de lekke band had ik meegenomen om te laten zien dat dit geen smoes was. Bovendien, hoe zag ik er uit? "Daar hebben wij niets mee te maken, je hoort hier nog wel van", sprak Bakker cynisch. Na een half jaar, ik was het gebeurde al haast weer vergeten, kwam er een brief van de heer Lagee bij ons in de bus. Ik was eind september ontslagen wegens werkvermindering! Een leugen, want de expeditie stond vol reparaties! EpiloogNadien ben ik Grundig Nederland grotendeels uit het oog verloren, doch mijn interesse voor de Grundig toestellen bleef even sterk. De tik van "de Klaver" van 1956 heeft er niets aan kracht door verloren. Integendeel! Ik heb in de loop der jaren een prachtige Grundig collectie opgebouwd van enkele honderden buizen apparaten. Nagenoeg alles wat ik heb speelt! Grundig is nog altijd mijn grote liefhebberij en zal dit ook altijd blijven. Het enige wat mij via een oud-collega van Grundig, de heer Koenes, ter ore is gekomen is dat Sieverding's Handelmaatschappij gelijk met Grundig Duitsland in 1989 door Philips is overgenomen. Een lid van de Raad van Bestuur van Philips werd daar directeur. Maar het ergste was dat Philips na de overname ALLE ONDERDELEN,
LAMPEN, TRAFO'S, STATIONSSCHALEN, KNOPPEN EN ALLE BANDRECORDER
ONDERDELEN O.A. KOPPEN ALLES!!! in de grote container heeft gedaan en
naar de vuilverbranding aan de Papaverweg heeft gebracht ! Het betrof
hier alles ouder dan vijf jaar, dus vóór 1981. ONVERGEEFLIJK VAN
PHILIPS! Wanneer ik een toestel heb aangeschaft moet ik vaak
improviseren daar er niets meer nieuw voor te krijgen is. En geluk is
dat ik vrij aardig kan improviseren, maar het gaat vaak ten koste van
de originaliteit van het apparaat.
Tenslotte wil ik nog vertellen hoe het mij na mijn ontslag is vergaan. Na Grundig heb ik één jaar bij AEG/Telefunken aan de Sloterkade in Amsterdam gewerkt, daarna zes jaar bij de Radio Industriële onderneming Körting aan de Reguliersdwarsstraat. Na hun faillissement enige tijd bij Sanyo aan de Prinsengracht. Daarna enkele maanden bij Pool tot Pool. Vervolgens naar IJzenbrand aan de van Swindenstraat in Oost. Vandaar naar Radio Tosca aan de Haarlemmerstraat. Veel van deze zaken schaften hun TD af, en de reparaties liepen t.g.v. het verdwijnen van de oude techniek terug. De z.g. "weggooi" toestellen kwamen er voor in de plaats. Toen nog één jaar bij Radio Peeters in de van Woustraat, wiens TD in de Jan Steenstraat zat. Na diens faillissement naar de Blaupunkt Autoradio Service aan de Haarlemmerweg. Daar leefde het weer wat op. Een stalen kast met 25 probleem gevallen werden daar door mij gerepareerd. Na een interessant financieel aanbod ging ik naar de TD van Radio Rotor aan de Kinkerstraat nr. 55. Doch toen ook deze zijn reparatie afdeling sloot heb ik besloten mijzelf om te scholen in de Beveiliging, en ben bij de ABN bank aan de Vijzelstraat begonnen. Ik was toen 36 jaar. Tussen de wisseldiensten door heb ik 8 diploma's op beveiligingsgebied gehaald, waaronder het zware "D" diploma: Leidinggevend Adviserend Beveiliging. Met dit laatste diploma kan men een eigen bedrijf voor geld en waardetransport en alles op gebied van beveiliging beginnen. Ik ben er dan ook erg blij mee. Deze studie was zeer zwaar en heeft 7,5 jaar geduurd, maar ik ben blij dat ik heb doorgezet. Nu, na mijn pensionering is er weer volop tijd voor GRUNDIG.
Westervoort / Duivendrecht juni 2005 ReaktieWe ontvingen in 2015 hierop een reaktie van Ton Banis: Hallo Bernhard,
Het buizen tijdperk had wel wat :-) en ik ben er dan ook mee
begonnen.
Heb destijds de avond MTS gedaan bij Rens & Rens (elektronica
NERG) Toenmalige bezetting: en ondergetekende, Ton Banis als Tape/cassette/audio monteur. Was een boeiende tijd en leuk werk. Jammer dat door mis-management van Jaap S. de klad erin kwam. Door terugval in de m.n. europese consumenten elektronica ben ik terecht gekomen in de telecommunicatie en een beetje IT en heb dat jaren gedaan. Helaas ben ik nu (inmiddels ben ik 59) werkloos en ben dus op zoek naar een leuke baan bij voorkeur elektronica / audio of anderzijds. Mijn handen staan gelukkig niet verkeerd...Heb nog steeds contact met Andre Uylenhoed en Jan Koenes. |