Fotoalbum

Geschiedenis van Jobo N.V. 1945-1963, door Max Ramali


Een onbekende Amsterdamse grammofoon

Inleiding

Over Jobo is weinig concreets bekend bij verzamelaars, behalve dat het een Amsterdamse onderneming is geweest welke als eerste Grundig importeerde en begin jaren '60 is overgenomen door Acoustical. De naam zou zijn afgeleid van de oprichter Joop de Boer.

De Jobo grammofoons vallen op door een apart design en zijn zeer geliefd bij verzamelaars. Mede door oude advertenties weten we dat men is begonnen op de Leidsegracht 90 in Amsterdam als Technisch Constructie & Handelsbureau “Jobo”.


Leidsegracht 90, anno 2006

Via Jan van der Molen (zie Acoustical historie) weten we van de overname in 1963 door Acoustical.

Over vooral de eerste jaren en met name over de oprichters is weinig bekend. Via Jan en een andere oud-medewerker van Acoustical, Wim van den Hurk, kwam ik echter in contact met een Jobo medewerker van (vrijwel) het eerste uur!

Op 23 februari 2007 had ik een gesprek met Jan Slingerland, werkzaam geweest bij Jobo, later bij Acoustical, van 1946 tot 1984. Dankzij hem kunnen nu vele witte plekken in de Nederlandse grammofoongeschiedenis worden ingevuld.

Ondanks zijn 87 jaar beschikt Jan nog over een goed geheugen, is nog goed ter been en bijzonder actief in allerlei bestuurlijke functies. Het gesprek vond bij ondergetekende thuis plaats, aangezien Jan op slechts 2 km afstand blijkt te wonen en nog graag fietst!

Ontstaan

Jan Slingerland: Medio 1946 trad ik in dienst bij Jobo. Voor de oorlog was ik werkzaam geweest bij een reclamebureau op de Herengracht. Jobo werd opgericht in juli 1944 (met dank aan Kees Bosker voor de exacte datum). In eerste instantie niet als grammofoonfabrikant. Men maakte zgn. “sigarettenstoppers”. Dat waren apparaatjes om tabak in hulsjes te stoppen! Dus thuis zelf sigaretten maken (Red. tot op heden zijn dergelijke apparaten nog te koop).

De oprichters waren de beide broers Joek (!) en Ton de Boer. Joek was werkzaam bij de PTT en ontwierp o.a. sorteermachines. Hij woonde in Den Haag. Ton kwam van Fokker en heeft als ontwerper nog meegewerkt aan de beroemde Fokker G1 jachtkruiser uit 1936. Ton woonde in Bussum.


Fokker G-1, foto Nederlands Instituut voor Militaire Historie

Niet veel later kwam Jacques Sieverding er bij. Deze was getrouwd met hun zuster en dus directe familie. Hij stond bekend als een vrij norse, niet erg sympathieke en arrogante man (Red. dezelfde ervaring had ook Bernard Terlingen later, aan de Koningslaan). Sieverding woonde in Uithoorn.


J.N.J. Sieverding
overleden 12-08-1989

Ton was feitelijk de directeur van het technische gedeelte en ontwierp de modellen. Jacques was de financieel directeur. Joek kwam af en toe langs, en is waarschijnlijk eind jaren '40 overleden.

De beschikbare ruimte was erg beperkt. Op de begane grond was het kantoor. Daar werkte één dame. Haar voornaam was Roelie. Enige jaren later werd zij vervangen door Geertje Bol, dochter van een tuinder uit Aalsmeer. Heel bijzonder: zij reed dagelijks mee met Jacques Sieverding! Of daar een andere dan zakelijke relatie achterzat werd niet openlijk over gesproken.

De showroom was op de eerste verdieping en stond onder leiding van Sieverding. Ook werden hier onder leiding van Cor Ris de inbouwversterkers gebouwd. Cor was één van de mensen die later meegingen naar Acoustical.

De productie afdeling was in het tuinhuis. Daar werkte vier man: de heren Cornelissen, van Driel, Vogtsmidts en Wals. 

Bedrijfsleider was Wieringa, evenals Ton ook van Fokker afkomstig. De inkoop deed Van de Berg. Ikzelf deed de inpak, later werd ik magazijnmeester. De koffiedame was Mies Otte. Nu mijn vrouw!
De spelers werden getest op de begane vloer, in de achterkamer.


Joboton stroboscoop 78-toeren

Uitbreiding

Eind jaren '40 werd de tuin overdekt. In de zo ontstane ruimte werd een soort "lopende band" geïnstalleerd: tien tafels op een rij met daarover een plank. De grammofoons werden gewoon doorgeschoven! 

Korte tijd later werd het aan de tuin grenzende pand in de Raamstraat aangekocht. Daar werd o.a. een nieuwe draaibank geplaatst. Ook de expeditie kwam daar en de voorraad verkoopbare producten. Een bodedienst bracht per bakfiets de zendingen bij de diverse expediteurs.

Begin jaren 50 werd begonnen met de import van Grundig. Aangezien dit zeer goed liep was er veel ruimte nodig. De uitbreiding bleek de nood slechts kort op te lossen. In 1956 ging Jacques Sieverding naar de Koningslaan en nam de import en distributie van Grundig over. De rest daarvan is bekend (zie Grundig historie).

Grammofoonproductie

In 1946 kwam de eerste grammofoon, de Jobo 10. Deze was geheel van metaal. Het lak- en spuitwerk werd gedaan door Lakspuiterij Koenders aan de Weesperzijde. Het wisselmechanisme was ook leverbaar voor andere grammofoons.


Joboton model 10

Die 10 stond voor de diameter van de plaat, 10 inch. Deze was ook leverbaar als inbouwdek. Later werden deze grammofoons voorzien van Amerikaanse motoren.

Het 1954 model 10-12 in koffer kon dus 10 en 12 inch platen spelen, de 7-12 respectievelijk 7 en 12 inch.


Joboton model 7-12


De eerste Jobo’s waren van bruin bakeliet. De latere witte modellen zijn van ureum gemaakt. De wisselaars heetten Joboton (naar Ton de Boer?), de gewone spelers Jobophone.

Er waren door de jaren heen vele toeleveranciers. De Amsterdamse fabrikant Ronette leverde de elementen. Eerst de rechthoekige NL50 en later de bekende TO (turn-over) elementen. Eén van de broers had namelijk bij Ronette gewerkt, samen met Alfons Don van het latere Acoustical.

De verchromerij was Brandsma in Hilversum www.brandsma.net Rubbermatten en isolatiehoesjes voor de schakelaars kwamen uit Hellevoetsluis.

De ureumplaten kwamen eerst uit Holthaus in Odenwalt, Duitsland. Later via stofzuigerfabrikanr Ruton in Maarssen. Een andere plaatwerkleverancier zat bij de Wenckebachweg, vlakbij het Amstelstation.


Tegenwoordig een collector’s item deze apart vormgegeven wisselaar uit 1957. 
De oorspronkelijk witte bovenhelft is tegenwoordig bij vrijwel alle exemplaren vergeeld.

Er waren Jobophones en Jobotons. De eerste waren spelers, de tweede wisselaars. Hierin vinden we nog een verwijzing naar Ton de Boer.

Een speciale wissel-aar was de Amus-ette. Dit was een 45-toeren wissel-aar in trom-mel-vorm, en afgeleid van de Joboton. Net als de andere wisselaars was ook deze ontworpen door Ton (Red. met dank aan Wim van den Hurk).

We leverden door het hele land. Enkele zaken in Amsterdam waren Richter in de P.C. Hooftstraat, van der Molen aan de Middenweg, Hegeman (nu aan de Stadhouderskade als B&O dealer), van Praag aan het Spui 6, fa. Both (hoek Linnaeusstraat - Vrolikstraat), Avia (Centuurbaan bij de Van Woustraat), Duyvené & Remmers op de hoek Linneausstraat-Wijttenbachstraat en v. Emden in de Kalverstraat vlakbij de Dam.

Ook gingen grammofoons naar de kolonies, o.a. Nieuw-Guinea.
Juiste aantallen weet ik niet meer, maar er werden van alle modellen duizenden stuks verkocht. We verstuurden zeker 100 grammofoons per week.
Er werden ook losse armen verkocht. Onder naam van Jobo en Acoustical.

Opslag was er ook in een kelder op de Prinsengracht 338-340, het zgn “Doolhof”. Daar lagen ook de tentoonstellings materialen.
We waren aanwezig op de eerste Firato in Bellevue aan de Leidsekade. We hadden een soort piramide opstelling waar tien grammofoons op stonden.

Overname

In oktober 1962 was de overname door Acoustical. De directeur daarvan, Adolf Don, was een goede vriend van de broers de Boer. Er gingen 6 Jobo medewerkers mee.

We gingen dus naar de James Wattstraat in Oost-Watergraafsmeer, nabij het Amstelstation (Red. deze panden bestaan nog steeds). We bleven daar nog bijna één jaar.

In de zomer van 1963 verhuist het bedrijf naar Kortenhoef. Alleen de showroom op nr. 68 blijft achter. Een medewerksters van toen woont nu nog steeds boven de voormalige zaak!


James Wattstraat anno 2007. 
Rechts op de hoek op nr. 60 was het kantoor. Nu een thuiszorg kantoor. Links daarvan op nr. 62 was de productieafdeling. De showroom was gevestigd in het 2e pand van links op nr. 68. 


James Wattstraat 68. Hier was de showroom. Ook na de verhuizing van Acoustical naar Kortenhoef in 1968 bleef deze hier gevestigd. Nu een huisartsenpraktijk.

Daar werd ik inkoper. Ik ging daartoe o.a. twee keer per jaar naar de opslag bij de Duitse grens om de balans op te maken. Daar stonden de voorraad B&O’s. Eerst in Enschede en later in Zevenaar. In de douaneloodsen werd invoerrecht geheven, dit was vóór de Europese Gemeenschap.

Tot slot

Joek en Ton zijn al lang geleden overleden aan kanker, Joek al omstreeks 1950 (Red. vgls Wim van den Hurk). De kinderen van Ton waren woonachtig rondom Hilversum. Jacques overleed in de jaren '80 en had één zoon. In 1984 ging ik met pensioen. Nog steeds ben ik zeer actief in allerlei organisaties.

Sinds 1951 zit ik bij de Heemkundekring Amsterdam-Oost, tegenwoordig als secretaris. Ook ben ik sinds 1966 lid van de “Hollandse Molen”.

Geboren in Amsterdam in de Oosterparkbuurt wonen we sinds 1950 aan de voet van het Amstelstation, op een steenworp afstand van de James Wattstraat.

Epiloog

De 3100, met dank aan Wim van den Hurk

Een apart hoofdstuk verdient de befaamde semi-professionele Jobo 2600 grammofoon. Later werd dit de Acoustical 3100.

De eerste versie werd gebouwd in 1959 en had al snaaraandrijving en een platte synchroonmotor. Na de overname door Acoustical werd het de 2800 en tenslotte de 3100. De latere versies werden voorzien van een (te) zware Papstmotor. Ook de magneetremming is diverse keren aangepast. Er werden diverse armen bij geleverd waaronder de in eigen beheer gemaakte All-Balance arm. Topuitvoering was met de SME3012. Door de lange arm moest het dek extra breed worden uitgevoerd.


Acoustical 3100 met All-Balance arm (boven) en de duurdere Grace arm (onder)

De productie werd in 1962 verplaatst naar de Generaal de Lareylaan in Bussum en ging later ook naar Kortenhoef. De snaren maakte men zelf door op een draaibank 1mm dikke snaren te snijden uit een 5 mm dikke riem. De stroboscoop werd er ook zelf opgespoten met verdunde thinner! 


In 1974 stopte Acoustical met alle productie activiteiten, dus helaas ook met de 3100. Het bedrijf ging verder als handelsmaatschappij. Ik werkte van 1946-1962 bij Jobo, tot 1965 bij Acoustical en daarna tot de VUT in 1992 bij B&O.

Nawoord

Vooral in Duitsland zijn de 3100 grammofoons bijzonder populair. In ons eigen land is er merkwaardigerwijs relatief weinig belangstelling voor.


De beroemde Jobo-Acoustical 3100 met All-Balance arm en Leak versterker

Zeker wanneer de motor goed in de rubbers hangt loopt hij fantastisch, en kan hij zich nog steeds meten met de betere moderne draaitafels. Vergelijkbaar met de nog steeds leverbare Linn Sondek LP12 uit 1972.

Van de 2600 zijn er niet zoveel gemaakt. Van de 2800 en de 3100 samen ongeveer 2000 stuks. Geen grote aantallen dus.
Opsomming van de diverse andere leveranciers:
Plaatwerk Bronswerk in Amersfoort
Fa. Cornelisse in de Wenslauerstraat in Amsterdam
Fa. P.M.F. Blankenstraat in Amsterdam
Draaiwerk In het begin Fa. John a/d Buiksloterdijk in Amsterdam, later V.S.H. in Hilversum.
Houtwerk en koffers Fa. Storm in Tilburg
Bedrading Fa. Pope in Utrecht
Klein electr. materiaal Amroh in Muiden
Veren TEVEMA op Wittenburg in Amsterdam
Naamplaatjes “de Naamplaat” Nieuwe Achtergracht in Amsterdam
Motoren Perpetuum Ebner
Verpakkingsdozen Fa. Hubregtse in Almelo
Transformatoren  Fa. Voorn in Loenen (Veluwe)
Stafmateriaal voor de draaibank Surie en Lingeman in de Blasiusstraat in Amsterdam
Anodiseren van o.a. p.u. armen Ned. Anodiserings Mij. In Den Haag
Klein bevestigingsmateriaal Hismoco in Den Haag

Aanvulling Dirk Hannema

In 1958 heb ik bij Jobo een jaar gewerkt, als 14 jarig jongentje. Aangezien ik ook nog 4 avonden in de week naar de avondschool ging heb ik niet veel meegekregen van de geschiedenis van Jobo.

De heer Slingerland, kan ik mij wel herinneren, hij was de magazijnbeheerder en keek vanuit zijn afgifte luik precies op mijn werkplek aan een soort lopende band.

De eindmontage bevond zicht tussen het pand aan de Leidsegracht en de Raamstraat, samen met de inpakafdeling. De heer Harmsen was de chef, een aardige man, die een medewerker eens een standje gaf voor het gebruik van een schuttingwoord in de mijn nabijheid, als kind.

Aan de lopende band heb ik gewerkt aan de Jobophone 8, de Joboton 712 en de Amusette. De laatste maanden van het jaar dat ik daar werkte was op de afdeling waar de versterkers gebouwd werden voor de Jobophone 8. Deze mocht ik op mijn verjaardag ėėn keer mee naar huis nemen, en dat was voor mij toch wel een grote verrassing. 

De versterkers werden gebouwd op de eerste verdieping van het pand Raamstraat aan de raamkant. Aan de achterkant was de machineshop en de ontwerpafdeling. Ik denk dat de heer Cor Ris, een vrolijke stevige man, de versterkers ontwierp en de chef was van deze afdeling, maar ik weet dat niet zeker. 

Verder werd er in dat jaar de Jobo All-Balance Arm en draaitafel geïntroduceerd, dat was nog in de oude RAI. Het was een sensatie omdat de draaitafel schuin op zijn kant toch stabiel bleef doorspelen.

 
Sinterklaasviering bij Jobo, 1958

Ook heeft het personeel dat jaar kennis gemaakt met stereo. De heer Ris(?) had twee grote luidsprekerzuilen gebouwd met bijbehoorde grote buizenversterkers en zo konden wij genieten van de introductie van stereo. Dit vond plaats op de eerste verdieping van het pand aan de Leidsekade. 

Vanwege mijn leeftijd werd ik ook nog wel eens ingezet als loopjongen, onder anderen voor het ophalen van de pickup elementen van Ronette in de diamantbuurt in Amsterdam of om kleine bestellingen naar het postkantoor te brengen. 

De belangrijkste boodschap zal ik zeker niet vergeten, dit was voor de directeur, waarvan ik de naam niet meer weet. Wel dat hij niet zo vriendelijk overkwam. Ik moest twee broodjes halen op het Leidseplein, één broodje zonder boter met paling en één broodje met boter zonder paling, de man was waarschijnlijk erg zuinig.

De enige foto die ik heb is van het Sinterklaasfeest in de showroom. Sinterklaas was een oudere man die achter de draaibank stond, terwijl ikzelf Zwarte Piet ben.

Verder heb ik mijn getuigschrift bijgevoegd voor de datums. Wat de reden was van mijn vertrek weet ik helaas niet meer, ik dacht dat het inkrimpen was.

Ik hoop dat ik toch een heel klein beetje heb bijgedragen aan de geschiedenis van een kleurrijk bedrijf.


Getuigschrift Dirk Hannema

Aanvulling Paul Smit

Dag Max,

Ik lees een verhaal over JoBo. Ik heb een 3100 platenspeler gehad met een Grace arm.

Ton de Boer woonde in Bussum en had een zoon Erik. Die zoon studeerde en werkte op zaterdag bij foto Tadema-Wielandt op de Vlietlaan in Bussum. Daar werkte ik ook van 1966 tot 1968. Volgens Erik had zijn vader de Jobo-motor ontwikkeld en daar vele uren aan besteed. Het best lopende product was echter de All-Balance arm.

Bij de omroep werden SMT draaitafels gebruikt met... All-Balance armen. Die kon je op 5 gram zetten. De armen waren ik meen 60 gulden per stuk, de SMT draaitafels 4.000,- Het element weet ik niet.

Erik de Boer wilde niet in dienst en daarom vertrok hij naar Zuid Afrika. Hij kreeg een zeer goede baan maar op een kwade dag overleed hij bij een auto-ongeluk. Ik meen dat hij 28 jaar is geworden. 

De Bo van JoBo is inderdaad afgeleid van de Boer. 

Vriendelijke groet, Paul Smit

Tekst en fotografie: Max Ramali
Maart-april 2007