Amroh Deuteron, door Peter Boin


Amroh Deuteron bouwmap

Deze versterker is een zeer populair AMROH ontwerp uit het eind van de jaren '50. Hij werd in het ouderlijk huis van de auteur in eerste instantie gebruikt om het signaal van de draadomroep (een
soort distributieradio) te versterken en later ook voor het gebruik met een Joboton platenwisselaar en een
Philips bandrecorder EL3541.

Van deze installatie is alleen de Deuteron overgebleven en bij de auteur van dit artikel terechtgekomen.

Amroh heeft samen met de Muiderkring in de loop der tijd een flink aantal bouwontwerpen, waar ook de Deuteron deel van uitmaakt, op de markt gebracht. Al deze ontwerpen waren zo uitgekiend en betrouwbaar dat Amroh een onvoorwaardelijke garantie gaf dat het nagebouwde ontwerp aan dezelfde specifacaties voldeed als het proefmodel. Dan moet je toch van goeden huize komen.

Het grote voordeel was ook dat alle onderdelen van een en dezelfde leverancier kwamen en een nauwe band bestond tussen de fabrikanten, AMROH en de Muiderkring.

De hier beschreven versterker functioneert nog steeds perfect al zijn enkele onderdelen vanwege veroudering in de loop der tijd vervangen.

SPECIFICATIES EN GEGEVENS

Merknaam

AMROH (American Radio-House) Holland, Muiden

Land van herkomst Nederland
Eigennaam Deuteron
Type  
Serienummer  
Bouwjaar 1959
Toepassing versterker
Aantal buizen 2
Type buizen 6267 (EF86), 12AX7 (ECC83), 6BQ5 (EL84)
Voedingsspanning 110, 127 en 220 Volt AC, 40 Watt, 50-60 Hz
Luidspreker geen
Chassis
frequentiebereik: 15-20.000 Hz binnen 3 dB
bereik toonregeling: -11 ... +17 dB bij 30 Hz
                            -11 ... + 6 dB. bij 15.000 Hz
gevoeligheid: 200 mVolt over 470 Kohm
                   8 mVolt over 2,2 Mohm (microfoon)
uitgangsvermogen: 1,2 W. bij 2 % IM vervorming
                           3,8 W maximaal 
luidsprekerimpedantie: 2,5, 3,2 en 5 Ohm
tegenkoppeling: 9 dB bij 1000 Hz.
brom en ruis: -59 dB (grammofoon), -39 dB (micr.)
Behuizing metalen kastje
Afmetingen bxhxd xx cm
Gewicht  kg
Verkoopprijs Hfl 
Geschatte waarde € 
Productieperiode 1959-1964
Seriegrootte onbekend
Bijzonderheden publicatie in Radio Bulletin 9/1959 en in "Versterkers voor Teenagers" (1964)
Let vooral op het grote frequentiebereik, dat bereikt werd door de grote uitgangstransformator.

De versterker bestaat voor het grammofoongedeelte uit twee trappen voorversterking waartussen de toonregeling geplaatst is, en een enkelvoudige eindtrap. Voor de microfoon is dan nog een aparte voorversterker toegepast.


Achteraanzicht Amroh Deuteron

Het signaal van de grammofoon komt op de bussen "PU" binnen en wordt geregeld door de volumeregelaar R6. Vanaf de loper van R6 komt het signaal via R7 op de ingang van V3a (ECC83). Deze buis versterkt het signaal ca. 50 x en komt daarna aan op de frequentie afhankelijke verzwakkers R10 en R12. R10 regelt de hoge tonen en R12 de lage tonen. In feite zijn dit "normale" volumeregelaars die d.m.v. condensatoren frequentieafhankelijk zijn gemaakt. Condensatoren hebben de eigenschap lage tonen minder goed door te laten dan de hoge tonen. De condensatoren C9 en C10 sluiten R12 a.h.w. kort voor de midden en hoge tonen. Naarmate de frequentie lager wordt neemt de invloed van C9 en C10 geleidelijk af waardoor een karakteristiek ontstaat die geleidelijk toe- of afneemt afhankelijk van de stand van R12. Er is zelfs een stand waarbij de frequentiekarakteristiek recht verloopt.

Omdat voor de hoge tonen R12 a.h.w. is overbrugd, treedt voor het hoog een vaste verzwakking op via R11 en R13. Door de potmeter R10 samen met C5 en C6 kan deze verzwakking min of meer teniet gedaan worden. C5 en C6 zorgen er in dit geval voor dat dit effect alleen bij de hoge tonen optreedt. Naarmate de frequentie lager wordt neemt het regelbereik van R10 steeds verder af om nabij het middengebied tot circa nul gedaald te zijn. Ook hier is er weer een tussenstand te vinden waar de karakteristiek recht is.

Daar de toonregeling in de "rechte" stand een vaste verzwakking van ca. 17 dB geeft (om een bepaald frequentie gebied te versterken moet de rest verzwakt worden!), moet dit verlies gecompenseerd worden. Dit gebeurt met V3b (ECC83) die daarna de eindtrap bestaande uit V4 (EL84) uitstuurt. Er is nu wat versterkingsoverschot zodat er nog wat tegenkoppeling toegepast kan worden. Deze is niet te sterk gekozen, want door te sterke tegenkoppeling kunnen problemen ontstaan. Doordat ook de uitgangstrafo in de tegenkoppeling zit, wordt deze optimaal benut. Hier en daar zijn nog wat extra condensatortjes toegepast om de zaak mooi stabiel te laten werken.

Ook aan de voeding is aandacht geschonken. Er is gebruik gemaakt van een bruggelijkrichter die het mogelijk maakt beide fasen van de wisselspanning gelijk te richten waardoor een rimpel met de dubbele lichtnetfrequentie
ontstaat. Deze rimpel wordt afdoende afgevlakt door C16 en C17, samen met smoorspoel L. Vanwege de vele trappen versterking is nog een extra ontkoppeling nodig, namelijk C8, C11 en R14.

Door deze maatregelen is deze versterker uitermate bromvrij. Zelfs met een gevoelige luidspreker is bij vol opengedraaide regelaars R6 en R12 niet de minste brom waarneembaar! E.e.a is ook bereikt door een ver doorgevoerde
afscherming.